dinsdag 29 januari 2013

Waarmaken

Vorige keer had ik het over de vele initiatieven die steeds meer mensen in hun eigen buurt, wijk of netwerk ondernemen, waarbij het niet gaat om winst of groei, maar om op kleine schaal meer leefbaarheid en gemeenschappelijkheid te creëren. 

Een mooi  initiatief, waarbij mensen zelf waarde willen toevoegen aan wat ze doen, zijn co-werkplek De Waarmakerij en het Huis van Overvloed in Nijmegen. Beide hebben tot doel om mensen, ideeën en spullen die er toch al zijn met elkaar te verbinden om zo de verspilling tegen te gaan en samen een bijdrage te leveren aan een duurzame en waardevolle maatschappij. Initiatiefnemer is Juul Martin. ’We hebben eigenlijk van alles te veel. Iedereen heeft een eigen boormachine, een eigen grasmaaier en ga zo maar door, maar hoe vaak  gebruik je die? Het is veel handiger en minder verspillend om deze met een paar buren te delen bijvoorbeeld. Maar datzelfde  geldt  ook voor ideeën, kennis en hulp. Vaak leidt het ook nog eens tot meer verbinding met elkaar.’
Dat is ook zijn leidraad geweest bij het creëren van co-werkplek De Waarmakerij.  ‘Zelfstandige professionals kunnen hier werken of gebruikmaken van de ruimtes voor vergaderingen of workshops en mogen zelf weten wat ze hiervoor teruggegeven aan geld of hulp. Ook bij het Huis van Overvloed dat we in de uiterwaarden bij Lent aan het bouwen zijn, kan iedereen die dat wil zich aansluiten. Dit huis wordt uitsluitend gebouwd van materialen die over zijn. We hebben alles met de hand gedaan  en bijna alles gekregen. Inmiddels zit het dak erop.
Als het werkt en er iets concreets tot stand komt, zie je dat steeds meer mensen aanhaken en zelfs bedrijven ervoor openstaan: ze geven ons duizenden schroeven die ze toch nog in het magazijn hebben liggen of sluiten gratis een kastje voor internet aan.’

Enthousiasme en iets waarmaken wat je belangrijk vindt, werken blijkbaar aanstekelijk.

donderdag 3 januari 2013

Een tijd van veranderingen


 
Het jaar 2012 ligt achter ons, maar de grote kladderadatch, zoals die door velen voorspeld of voorzien was, is niet gekomen. Niet dat ik dat verwacht had,  maar wat ik wel zie, is dat veel systemen op hun laatste benen lopen. Uiteraard de dolgedraaide financiële wereld, waar niemand echt greep meer op lijkt te hebben, al doen de politieke leiders ons graag anders geloven. Veel banken zijn losgeslagen van de werkelijkheid  en de grote spelers hierin blijken ook nog eens een psychopatenbrein te hebben, als we Joris Luyendijk mogen geloven. Maar ook de grote bedrijven met hun voortgaande schaalvergroting en internationalisering zijn vooral bezig om hun eigen portemonnee te spekken en niet met wat hun productie voor de aarde, natuur, mensen of samenleving betekent. Alles van waarde lijkt weerloos te zijn en het kind van de rekening te worden: natuur, milieu, de zorg voor ouderen, zwakkeren, mensen  in ontwikkelingslanden, cultuur en kunst.

Maar dat is één kant van het verhaal. Er is ook een andere kant die zichtbaar wordt, zij het niet zo luidruchtig en nauwelijks door de media voor ’t voetlicht gebracht en dat zijn de talrijke kleinschalige initiatieven die door mensen zelf of groepen worden genomen. Veelal in hun eigen omgeving of buurt, nogal eens duurzaam en vaak  gericht op verbondenheid en onderlinge betrokkenheid. Mensen schaffen gezamenlijk zonnepanelen aan en zetten deze op het dak, bouwen samen een eco-huis eco-dorp, planten fruit- en notenbomen in het stadspark, starten een kookgroep voor de buurt, kopen en verkopen bewust alleen lokale producten, creëren een zogenaamde co-werkplek voor zelfstandige professionals waar iedereen kan aanhaken en waar men elkaar creatief kan bestuiven, starten een repaircafé, waar mensen met hun  kapotte huisraad en apparaten naartoe kunnen om deze gratis te laten maken. Men ruilt diensten met elkaar of bedenkt een eigen samenwerkingsvorm.  
Een mooi voorbeeld van dat laatste is het Broodfonds. Omdat een verzekering tegen  arbeidsongeschiktheid over ’t algemeen duur is en nogal wat regeltjes en   uitzonderingsbepalingen kent, waardoor het als het op uitbetalen aankomt vaak tegenvalt, bedacht men een alternatief. Het Broodfonds waarin zo’n dertig tot vijftig zzp’ers elkaars verzekering vormen. Ze zetten hiervoor geld op een aparte rekening en als een van hen door ziekte niet meer kan werken, schenken alle deelnemers deze een klein bedrag, zodat de zieke ook dan een inkomen heeft.    

Wat al deze initiatieven gemeen hebben, is dat mensen zelf de handen ineenslaan, zich niet langer laten ringeloren door multinationals, te veel regels en wetten of het consumptiedenken, maar zich bewust met elkaar verbinden om iets voor elkaar te krijgen wat zijzelf  belangrijk vinden.  Men zoekt het niet meer ver weg of vooral bij instanties, maar geeft zelf vorm aan een toekomst die vandaag begint en waarin zaken als duurzaamheid, kleinschaligheid en samenwerking centraal staan.
Dat zijn volgens mij ook de waarden van de toekomst. In plaats van een te ver doorgeschoten individualisme of louter gericht zijn op het eigen gewin zal het steeds meer gaan om gemeenschapsvorming, saamhorigheid en de menselijke maat, om wat je als individu of bedrijf kunt bijdragen aan de samenleving. Dat is het mooie van crises – hoe hemeltergend en angstig ook als je je erin bevindt – ze helpen je om anders tegen zaken aan te kijken en een andere koers in te slaan. Al zijn het nu wel erg veel crises tegelijk die op ons afkomen.