vrijdag 28 maart 2014

Een moestuin




Stadstuinieren is  in. Door heel het land wordt er door mensen een eigen moestuin aangelegd. In de eigen tuin, op een stukje braakliggend land in de buurt, op balkons en dakterrassen en zelfs op vlotten in het water. Beroemde koks doen het, ouderen in volkstuinen, hippe jongeren op allerlei plekken in de stad. Steeds meer mensen gaan zelf verbouwen, omdat ze gezonder en gevarieerder willen eten en omdat ze willen  weten waar het voedsel op hun bord vandaan komt, want door de vele voedselschandalen is het vertrouwen in wat er in de winkels te koop ligt aanzienlijk gedaald. Maar wat zeker ook meespeelt, is dat zaaien, planten en oogsten gewoon leuk is, vooral als je het samen doet. Vaak ontstaan er ook spontane initiatieven om de geteelde groenten en fruit onderling te ruilen of delen.

Sommigen gaan hier nog een stapje verder in en verbinden er een maatschappelijk doel aan. Zo hebben John Bosman en Rob Hermens een project opgezet om voor kwetsbare burgers een gezonde daginvulling te vinden door ze zelf hun groenten te laten verbouwen. Zij willen de thema’s duurzame voeding, gezondheid en participatie meer met elkaar verbinden door een buurtmoestuin te beginnen, waaraan zowel wijkbewoners als klanten van de zorginstellingen in de wijk meedoen. Deze laatste groep gaat hierdoor niet alleen meer bewegen en gezonder eten, maar ze komen ook in contact met andere mensen.

Tegenwoordig is er ook een blad dat zich richt op stadstuinieren: Cashew. Ik schrijf hier regelmatig voor en doe dan allerlei bruikbare en simpele tips op, die je tuin- of groenteproductie verbeteren en vaak amper geld hoeven te kosten. Zo kun je in plaats van compost bijvoorbeeld ook bananenschillen, gebruikte theeblaadjes en koffiedrab rondom je  planten begraven, wel mogen deze dan niet met melk zijn aangelengd. Koffiedrab werkt  bovendien niet alleen als bodemverbeteraar, maar helpt bijvoorbeeld ook tegen slakken.

En uien houden bijvoorbeeld erg van verpulverde eierschalen, omdat deze kalk aan de bodem toevoegen en dat helpt om het pH-niveau  in balans te brengen. Die eierschalen  moeten dan wel droog zijn. Leg ze bijvoorbeeld even  in een afkoelende oven.  

Behalve dit soort weetjes heeft Cashew ook veel info over allerlei nieuwe groenten, zoals Mexicaanse minikomkommers, wasabi , boomspinazie en zeekraal. De laatste bijvoorbeeld is zeer voedzaam, zit vol vitamine C, bevordert de spijsvertering  en is goed voor je nieren. Zij  doen uit de doeken hoe je deze  tegenwoordig ook gewoon thuis in een pot  kunt kweken door met zeezout en water de getijden na te bootsen. Na twaalf weken kun je met het oogsten beginnen door stukjes van de zeekraal af te snijden. Hierdoor groeit deze weer aan. En dit alles kost slechts een fractie van wat je voor de kleine bakjes uit de supermarkt betaalt. 

Gezond, natuurlijk en betaalbaar – dat blijft toch de vreugde van het zelf tuinieren en verbouwen en dat is ook wat het blad uitstraalt.

maandag 17 maart 2014

Alternatief geld


Een manier om de  lokale economie te ondersteunen en te versterken of de lokale veerkracht te vergroten is het  invoeren van een alternatief betaalmiddel, dat naast het reguliere geld bestaat. Zo heeft  Amsterdam de noppes en de makkies, kent Gelderland de gelre en ook elders in het land zijn er eigen lokale munten in het leven geroepen, vaak door de Transition Town beweging.

De bedoeling van dat lokale geld is om de winkels, diensten en producten in je eigen buurt te ondersteunen en tot bloei te laten komen in plaats van dat al het geld bijna uitsluitend in de grote handelsketens of supermarkten wordt gespendeerd, waarvan je bovendien niet weet wat zij met al die winst doen. Met het lokale geld zie je veel beter wat ermee gebeurt en wie er baat bij heeft, zo is de ervaring.  Je krijgt een band met de mensen met wie je handelt en je kunt gemakkelijk onderling klusjes en diensten uitwisselen.  

De meeste van die alternatieve ‘munten’ worden maar door een kleine groep gebruikt. Al ken ik iemand in mijn eigen omgeving die hier al lange tijd aan meedoet en daar veel plezier aan beleeft. Het vergroot haar mogelijkheden om aan meer activiteiten en dingen deel te nemen.   

Maar dat het wel degelijk anders kan, toont onder andere de Engelse stad Bristol aan. Dit stadje leidde een beetje ’n zieltogend bestaan, mede omdat steeds meer ondernemers de stad uit trokken. Omdat ze een levendige stad wilden blijven, besloten ze hun eigen munt te creëren: het Bristol Pound. Degene die vlees of groenten verkocht kon zijn ponden weer uitgeven bij de boekhandelaar, fotograaf of  in de sauna. En de uitbaters of werknemers van deze zaken spendeerden hun ponden op hun beurt weer in een lokaal restaurant, kruidenwinkeltje of sportzaal.  

Het effect was uiteindelijk dat Bristol een zeer levendige stad werd, waar de mensen gemakkelijker met elkaar in contact kwamen en elkaar kenden, waardoor er  ook op cultureel en sociaal gebied het een en ander tot bloei kwam. Het werd weer een levendige gemeenschap, zoals we eigenlijk allemaal graag om ons heen hebben. Zo veel aantrekkelijker dan de grote  koopgoten of meubelboulevards.