dinsdag 29 december 2015

Slowbalisering

Slowbalisering  Ik vind het een mooie  term om het nieuwe jaar mee te beginnen.
De term is overigens niet van mij afkomstig, maar van trendwatcher Adjedj Bakas, die daarmee wil aangeven dat in de komende tijd veel een tandje langzamer zal gaan. Het alsmaar meer, meer en groter en het liefst de hele wereld willen veroveren, de tijd van globalisering, van mega-ondernemingen en voortdurende expansie is voorbij. Of liever gezegd: deze loopt op zijn laatste benen.
Daarvoor in de plaats is er een hang gekomen naar kleinschaligheid, naar lokale initiatieven waarin men samenwerkt of elkaar versterkt, naar de eigen mogelijkheden ontdekken en zelf met een goed idee aan de slag gaan. Zo worden er steeds meer  kleine, lokale bedrijfjes opgezet, waarbij men het nogal eens belangrijk vindt dat deze goed zijn voor mens, dier en de aarde. Maar ook de deel- ruil- en leenplatforms als Peerby, Airnb, Auto delen en Thuis afgehaald tieren welig. Al weet de overheid hier nog niet zo goed raad mee en ziet men deze aanvankelijk vooral als concurrentievervalsing.


Wat ook een grote vlucht heeft genomen is het zelf  verbouwen van groenten en fruit, al of niet samen met anderen of door middel van een gezamenlijk initiatief in de buurt. Daar lijkt inmiddels half Nederland mee bezig. Behalve dat je hierdoor minder met pesticiden en gesjoemel met voedsel te maken hebt, is een andere reden dat men weer meer verbonden wil zijn met de eigen streek of buurt. Behalve dat het leuk is om die te leren kennen, weet je dan tenminste ook met wie  of wat  je te maken hebt.


Dergelijke ontwikkelingen zijn te zien als een reactie op de almaar voortdurende schaalvergroting van de afgelopen jaren en van de vele voedselschandalen die hebben plaatsgevonden.
En natuurlijk hebben internet en alle moderne media hier ook mee te maken. Hierdoor kunnen mensen elkaar zowel online als offline veel sneller vinden. Ook kan men hierdoor veel gemakkelijker zelfstandig zijn of haar eigen weg vinden en zich verbinden met initiatieven en mogelijkheden, die men waardevol vindt. Er is een inmiddels groeiende groep die deze tijdgeest goed aanvoelt of hier mede zelf vorm aan geeft.




De andere kant van de medaille is dat er economisch waarschijnlijk een periode van krimp en stagnatie zal komen. Dat is niet gemakkelijk en zal voor velen waarschijnlijk ook pijnlijke gevolgen hebben, maar het biedt tevens de mogelijkheid om tot een menselijker maat te komen.
'Klein wordt het nieuw groot', wordt weleens gezegd. En eigenlijk zie je dat in meer of mindere mate ook al gebeuren. De kleinschalige initiatieven, bedrijfjes en winkels nemen toe, de landwinkels en boerenmarkten die streekprodukten verkopen worden druk bezocht, terwijl de grote ketens en warenhuizen in zwaar weer verkeren om maar eens een voorbeeld te noemen.




Slowbalisering, een lager tempo en meer aandacht voor wat  dichtbij en voorhanden is. Het zal even wennen zijn, maar ik probeer er zelf al meer naar te leven en er ook van te genieten. Dat lukt me trouwens niet altijd even goed, hoor. Zeker, omdat mijn werk behoorlijk is afgenomen. Maar zeg nu zelf: er zijn toch veel te veel tijdschriften. Ook daar kan een tandje minder geen kwaad.

dinsdag 8 december 2015

De rituele dans van de zorgverzekeraars


In deze omvormings- en transitietijd verandert er veel en starten nogal wat mensen eigen initiatieven. In plaats van afhankelijk te zijn van de overheid en de politiek of te wachten tot deze met een nieuwe aanpak of visie komt, gaan mensen zelf aan het veranderen en  pionieren, vaak op die terreinen waarop ze al actief zijn. 
Een mooi voorbeeld daarvan is Buurtzorg, dat al een aantal jaar prima functioneert en waarbij de teams van verpleegkundigen geheel zelfstandig werken en daardoor veel dichter bij de cliënten staan en mede daardoor beter kunnen inschatten en aanvoelen wat deze werkelijk aan zorg nodig hebben. Buurtzorg is een groot succes en wordt zowel door de zorgontvangers als zorggevers erg gewaardeerd. Reden waarom de initiatiefnemer daarvan, Jos de Blok, nu met het initiatief komt voor één polis, waarin patiënten een belangrijke stem en grote keuzevrijheid krijgen.

De rituele dans die de zorgverzekeraars elk einde van het  jaar weer maken door eindeloos reclame te maken voor hun polis, terwijl ze onderling nauwelijks verschillen, kan daardoor ook komen te vervallen. Ik erger me in ieder geval altijd groen en geel aan dat ondoorzichtige oerwoud van allerlei vage beloftes en toezeggingen. Terwijl het er in de praktijk vooral op neerkomt dat als er meer toeters en bellen te vergeven zijn, daarvoor ook betaald moet worden. In die zin is het lood om oud ijzer. En hoeveel geld spenderen al die ziektekostenverzekeraars wel niet aan die hele hausse aan reclame, waarbij het nauwelijks om werkelijke verschillen gaat.  De patiënt of cliënt wordt er in ieder geval geen spat beter van. Sterker nog, deze ziet door de bomen het bos niet meer, want de verschillen zijn minimaal, maar kunnen voor de individuele patiënt  grote gevolgen hebben, omdat deze opeens  - als het erop aankomt - voor een bepaalde ingreep of arts niet verzekerd blijkt te zijn. Dat moet beter kunnen, dacht Jos de Blok: namelijk één polis voor iedereen voor hetzelfde bedrag en met meer keuzevrijheid voor de cliënt. Voordeel voor de zorgverleners is dat ze hierdoor minder last hebben van de enorme papierwinkel die met al die verschillende zorgverzekeraars gepaard gaat en ze weer aan hun kerntaak toekomen: het verlenen van zorg. De bedoeling is dat deze nieuwe zorgverzekering in 2017 ingaat.

Mooi is dat ook hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans en econoom Marcel Canoy zich hieraan verbonden hebben om deze nieuwe opzet werkelijk mogelijk te maken. Dat soort dwarsverbanden zijn nodig om wezenlijke veranderingen te bewerkstelligen. 

woensdag 11 november 2015

Weet wat je eet


Over voeding is de laatste tijd een hoop te doen. Ook in allerlei  boeken en tijdschriften  krijgt het volop aandacht. Vorige week nog kreeg ik een vuistdik boek op mijn bureau met de titel ‘Weet wat je eet. Gezond eten op basis van de oudste kennis en de nieuwste wetenschap’. Daarin staat bijvoorbeeld dat je minder zout moet eten en dat kun je bijvoorbeeld doen door  minder brood te eten, want daar zit relatief veel jodium in. Maar aan de andere kant wordt er gewaarschuwd dat te weinig zout ook schadelijk zou zijn. Tsja.. en zo hoor je dat over tal van voedingsmiddelen en producten.  Suiker, tarwe, eieren, in de verkeerde olie bakken en braden, het is allemaal veel schadelijker dan gedacht. Eerlijk gezegd zie ik door de  bomen soms het bos niet meer. Ook de hippe smoothies zouden vanwege het hoge suikergehalte helemaal niet zo gezond zijn. En de in zwang geraakte kokosolie ondanks alle goede eigenschappen toch veel te vet, ook al gaat het daarbij om de goede vetten. Kom daar nog maar eens uit. 

Zelf houd ik er een paar niet al te strenge regels op na, want sommige dingen zijn inmiddels wel duidelijk. We eten over ’t algemeen veel te weinig groente. Vooral groene groenten zijn erg gezond en zouden dagelijks op ons bord moeten liggen. En dan niet steeds weer sla of spinazie, maar ook andijvie, postelein, boerenkool, broccoli, groene kool en snijbiet. Zijn ze van biologische afkomst dan is dat een pre, want deze zijn niet alleen onbespoten, maar bevatten ook meer mineralen en vitamines. Het is een van de redenen waarom ik inmiddels al zo’n 25 jaar een biologisch groentepakket heb.

Vergeet ook de groene kruiden niet. Rozemarijn, tijm, peterselie, basilicum, salie, koriander, te veel om op te noemen. Kruiden hebben sowieso allemaal een eigen geneeskrachtige werking. Ik heb een rubriek hierover in het tijdschrift Cashew Stadstuinieren en het verbaast me elke keer weer hoeveel heilzame stoffen ze bevatten. Een reden te meer om ze rijkelijk te gebruiken. Bovendien kunnen ze,  wanneer je er kwistig  mee durft te zijn, echt een boost aan een gerecht geven, waardoor je zoiets als vlees bijna niet mist. 

Vlees, ik gebruik het wel, maar in geringe mate en als het even kan liefst van biologische kwaliteit, omdat dat minder smaak- en kleurstoffen bevat, de koeien of runderen minder hormonen en niet al bij voorbaat antibiotica krijgen toegediend. Vette vis, zoals paling, zalm en makreel, staat wel regelmatig op het menu.

Verder ben ik zelf een fervent waterdrinker, ook uit de kraan. Het lest de dorst, is fris en in Nederland van behoorlijk goede kwaliteit. Al die drankjes en sapjes, hoe lekker ook, bevatten toch veel suikers en zuren.

zaterdag 31 oktober 2015

Het nieuwe vermenigvuldigen


Je hoort het mensen steeds vaker zeggen, zeker in de alternatieve hoek van de maatschappij of misschien beter gezegd in dat deel van de maatschappij dat niet mainstream is: delen is het nieuwe vermenigvuldigen. Ik blijf het een heel toepasselijke en mooie slogan vinden, omdat deze de lading van de nieuwe eigentijdse manieren van ondernemen, samenwerken en onderling ruilen of  delen goed dekt. Door verder te kijken dan je eigen neus lang is en niet alleen gericht te zijn op het economische belang van je eigen bezigheden of toko kom je in een heel ander vaarwater terecht en ontstaat er bijna als vanzelf meer verbinding met anderen. Het zijn juist de vanzelfsprekende uitwisseling en open ontmoetingen die bijna als vanzelf weer tot nieuwe initiatieven leiden, zo leert de ervaring. En het zal niemand verbazen dat dat nogal eens via de nieuwe media en internet gaat.  

Het mag dan ‘hot’ zijn, in feite is het ook een beetje wijn in nieuwe zakken, want delen is in principe van alle tijden en van alle culturen. Zeker in de niet-Europese  en wat armere economieën bestaat er  nog volop een deeleconomie. Dat je jezelf in leven houdt  door te ruilen, delen en handelen met anderen hoort er als vanzelf bij. Men weet eigenlijk niet beter. Wij in het westen moeten dat echter weer opnieuw leren, omdat we er zo vandaan zijn gegroeid en concurrentie ons als het ware met de paplepel is  in gegeven. 

De belangrijkste component van delen en ruilen is dat het gebaseerd is op vertrouwen. Als dat er niet is, komt de stroom niet op gang. Vaak denken wij hier in het westen: als ik mijn kennis, vaardigheden en expertise zomaar aan anderen ter beschikking stel, dan pikken ze mijn ideeën, werk of expertise. Vaak ligt de angst op de loer dat je door te delen zelf minder zult krijgen. Niets is echter minder waar dan dat. In de praktijk blijkt eerder het tegendeel het geval te zijn. Er komt juist meer naar je toe.  Met name het uitwisselen van ideeën, ervaringen en inspiratie heeft veel positieve effecten en leidt ertoe dat je je horizon en kijk verbreedt.  En daarmee vaak ook je vaardigheden, expertise of handel.

Een beetje in de trant van: twee weten meer dan een, zoals men vroeger al zei.

zaterdag 10 oktober 2015

Het oude werkt niet meer


Gisteren was de dag van de duurzaamheid, waarop er weer allerlei nieuwe initiatieven werden gepresenteerd die onze maatschappij duurzamer, zuiniger en minder afhankelijk van energie moeten maken.  Voorwaar nog een hele klus. Maar er zijn nogal wat mensen die  creatieve ideeën hierover hebben en er eigentijdse oplossingen voor bedenken. Want, daar is men het wel over eens, het oude werkt niet meer en loopt op z’n laatste benen, dus moeten er oplossingen uit een heel andere hoek worden gezocht en gevonden.  

Gelukkig zijn er veel en met name jonge mensen, ondernemers en kunstenaars die hiermee op een creatieve en inventieve manier aan de slag gaan. Iets wat mij altijd weer fascineert en blij maakt. Eerder schreef ik al over Boyan Slat, de student die een installatie bedacht om het vele plastic dat in onze oceanen ronddrijft op te zuigen en af te voeren. Aanvankelijk werd zijn idee afgedaan als  onmogelijk of weliswaar leuk bedacht, maar niet uitvoerbaar. Inmiddels heeft hij al heel wat stappen gezet om het voor elkaar te krijgen.

Interessant op dit gebied is ook de pionier, kunstenaar en ontwerper Daan Roosegaarde. Voor hem is het een uitgemaakte zaak: het oude systeem voldoet niet meer en is aan het crashen. Dat is aan de ene kant natuurlijk beangstigend, maar tegelijkertijd ook hoopgevend, omdat  het nieuwe  kansen biedt. Maar daarvoor is het -  in zijn woorden -  wel nodig dat we onszelf als maker  beschouwen en ons als netwerkers en pioniers gedragen.

Zelf is hij daar een treffend voorbeeld van. Zo heeft hij de ‘Smart Highway’ bedacht, waarbij hij lichtgevende lijnen op het asfalt heeft aangebracht. Overdag laden deze zich op aan het zonlicht en ’s nachts in het donker geven ze deze weer af. Door deze Glowing Lines  hoeven er dus geen lantaarnpalen te branden. Bovendien ziet het er ook nog eens heel mooi uit. Binnenkort gaat hij deze techniek ook op de Afsluitdijk toepassen. In Nuenen heeft hij het van Gogh- fietspad gerealiseerd, waarop ’s nachts van Gogh’s sterrennacht oplicht.  Niet alleen handig, maar ook nog eens beeldschoon.

Mooi hoe hij kunst, schoonheid en duurzaamheid combineert en daarbij ook het belang van anderen in het oog houdt. Zo heeft hij de zonnelampjes bedacht, de zogenaamde ‘WakaWaka’s’ die heel licht zijn en met een zonnecel worden opgeladen. In het Westen worden deze gewoon verkocht, in de landen van het Midden-Oosten weggegeven.

Zijn motto: we moeten niet minder doen of van alles laten, maar vooral meer doen en innoveren.

maandag 28 september 2015

Eetmee Maaltijden


Hoewel alleen eten soms handig kan zijn, mede omdat het snel even tussendoor kan gebeuren, gezellig is het meestal niet. Eten is bij uitstek een sociale aangelegenheid, waarbij naast het gezamenlijke eten -  en soms ook koken - de ontmoeting centraal staat. Je ziet elkaar, als het goed is,  in alle rust en kunt bijpraten over wat er die dag al of niet is gebeurd en uitwisselen wat je bezighoudt. Het is voor velen het moment van  de dag om samen te zijn en van het eten te genieten. Al gaat het er in veel gezinnen waarschijnlijk ook een stuk drukker aan toe. Dat geldt  zeker voor gezinnen met jonge kinderen. Voor hen is het avondeten vaak spitstijd met alle onrust die daarbij hoort.  

Over ’t algemeen eten de meeste mensen niet graag alleen, de echte diehards  daargelaten. Maar omdat er anno 2015 veel meer alleengaande mensen zijn, is dat voor velen vaak wel een probleem. Ze missen op  z’n minst de aanspraak. Vandaar dat er op diverse plekken in het land  zogenaamde ‘Eetmee maaltijden’ worden georganiseerd, zoals in Utrecht, de Bilt en Twente om een paar voorbeelden te noemen. Die zijn een succes. In Twente bijvoorbeeld blijken maandelijks ruim  driehonderd mensen mee te eten. Men vindt dat gezamenlijk eten mede zo fijn, omdat het tot eerlijke gesprekken en verrassende ontmoetingen leidt en soms zelfs  tot nieuwe vriendschappen of andere buurtinitiatieven.

Het gaat bij ‘Eetmee’ niet om culinaire hoogstandjes of topkoks, maar om samen eten en het feit dat men anderen ontmoet. De nadruk ligt op gezonde en betaalbare maaltijden met veel verse producten, die door vrijwilligers worden bereid en uitgeserveerd. Al zijn er wel professionele koks die  hun diensten gratis aanbieden, omdat ze het een mooi initiatief vinden. Behalve dat het gezellig is, stimuleert het de betrokkenheid bij elkaar. Zelfs in die mate dat daaruit soms weer andere gezamenlijke initiatieven voortkomen en dat komt de cohesie in de wijk of het dorp weer ten goede.  Het is een mooi voorbeeld, vind ik, hoe mensen elkaar steeds gemakkelijker weten te vinden om hun leven te veraangenamen of gezamenlijke nieuwe initiatieven te ontplooien. En in  het digitale tijdperk krijgen deze vaak ook snel  navolging.  Wat op de ene plek is bedacht wordt al snel elders opgepikt al dan niet van een net andere insteek voorzien. Een goede ontwikkeling, vind ik.

woensdag 2 september 2015

Duurzaam eten. Hoe doe je dat?


Je kunt hier moeilijk of gemakkelijk over doen. Het eerste betekent dat je overal heel precies in bent en duurzaamheid bijna als een nieuw geloof ziet met zeer strikte regels. Een soort heilig geloof dat het op één manier en vooral ook heel consequent moet. Als je dat wil, prima natuurlijk, maar je kunt het jezelf ook gemakkelijker maken door een aantal principes proberen na te streven en deze  als een goed uitgangspunt te zien  om tot een steeds  gezondere en duurzamere manier van eten te komen. Hieronder geef ik er een aantal.

  1. Probeer zoveel mogelijk lokale ingrediënten  te gebruiken en dan met name  groenten en fruit. Wekelijks een groentepakket uit de buurt, dat wordt thuisbezorgd - bij mij tegenwoordig zelfs per bakfiets - is een grote hulp. Ik kan het iedereen aanraden. Er komen steeds meer groente & fruitpakketten op de markt.
     
  2. Eet volgens de seizoenen, dus geen aardbeien in de winter of spruitjes in de zomer.
     
  3. Eet minder vlees en vis.  Heb je daar toch regelmatig  behoefte aan, neem dan duurzaam of biologisch vlees. Om toch voldoende eiwitten binnen te krijgen kun je vaker bonen, erwten, linzen, noten, pitten en zaden eten. Lekker en voedzaam en je kunt er eindeloos mee variëren.
     
  4.  Eet zoveel mogelijk biologisch, het aanbod hierin wordt ook in de supermarkt steeds groter: van koffie en thee tot vlees, brood, chocola, spaghetti en groenten.
     
  5. Koop vaker eerlijke producten, bijvoorbeeld van Fair Trade of Ekoplaza. 
     
  6. Deel of ruil je eten met buurtgenoten, zodat je minder weggooit.
     
  7. Kook liefst zo weinig mogelijk bewerkt voedsel uit blik, potjes of  pakjes en maak zo min mogelijk gebruik van kant- en klaar producten. Het grappige is dat je dit na verloop van tijd vanzelf niet meer doet, omdat het niet kan tippen aan de verse producten.
     
  8. Vraag je af of er voor de productie  van je eten veel of weinig energie of water nodig is? En van hoe ver het komt? Stem je keuze daarop af.
     
  9.  Probeer zo min mogelijk eten weg te gooien. Vaak is er met de restjes nog wel iets lekkers te maken. Hoe vaker je dat doet, hoe creatiever je wordt en  een goed gevulde groentesoep is vrijwel altijd lekker.
     
  10. Gebruik geen flesjes mineraalwater. Dat is nergens voor nodig, want de kwaliteit van het Nederlandse water is goed. 
     

maandag 17 augustus 2015

Out of the box denken


Ik schreef eerder al een blog over de Delftse student Boyan Slat, die een revolutionair plan bedacht  om de enorme berg plastic afval die in onze oceanen ronddrijft op te ruimen.  Op grond van een profielwerkstuk op school was hij daartoe gekomen.

Aanvankelijk werd er een beetje schamper over gedaan, hoe haalde zo’n jong ventje het in zijn hoofd om te denken dat hij dat grote probleem even ging verhelpen. Maar hij trok zich van die kritiek niets aan, zette zijn studie voorlopig op een dood spoor en besloot  niet alleen om zijn idee te gaan uitwerken, maar ook fondsen te gaan werven om het uit te kunnen voeren. Dat heeft geleid tot een installatie met kilometerslange drijvende armen waarmee het plastic uit de zee moet worden gevist. Door middel van crowdfunding heeft hij zelfs een hele organisatie opgezet om dit doel te bereiken: The Ocean Cleanup. Maar naast medewerkers zijn er vooral veel vrijwilligers betrokken bij het project, want om geld gaat het hem absoluut niet. 

Inmiddels is hij alweer een stap verder. Om de omvang van de vervuiling nauwgezet vast te kunnen leggen en te meten  gaat een dertigtal schepen de komende maand de Stille Oceaan op en wel naar de plek waar het afval zich door de cirkelvormige zeestroming vooral heeft verzameld, door hem The Great Pacific Garbage Patch genoemd.  Middels een app kunnen ze de grote stukken tellen en registreren.

Zo inspirerend hoe hij laat zien dat je echt iets kunt bereiken als je bereid bent om uit de box te denken en vanuit kennis en betrokkenheid gewoon aan de slag gaat om een moeilijk probleem te tackelen. De kritiek die hij krijgt: zijn plannen zouden onhaalbaar zijn en de plasticvervuiling  zou hiermee niet aan de bron worden aangepakt, weet hij tot nu toe aardig te pareren. Dat laatste is uiteraard een feit, maar hij kan niet alles tegelijk. Verder probeert hij op een slimme manier de kosten zo laag mogelijk te houden. Zo heeft hij bijvoorbeeld de deelnemers van een zeilrace in dat gebied die toch terug moeten naar hun thuishaven in de VS gevraagd om aan het onderzoek mee te werken. 

Dit is op ’t moment nog het enige waarmee hij bezig is, aan afstuderen komt hij niet eens toe, maar hij kan zich niets leukers voorstellen dan dingen maken die zin hebben en iets positiefs bijdragen. Dat zouden meer mensen moeten doen, zoals de bekende slogan luidt.

Ik word in ieder geval erg blij van zoveel inventiviteit, positivisme en daadkracht.

donderdag 30 juli 2015

Het alfabet van de nieuwe economie


De nieuwe economie is een van mijn favoriete onderwerpen in mijn blog, omdat ik het zo’n noodzakelijke, maar vooral ook positieve en optimistische beweging vind, waarin mensen  naar eigentijdse vormen van verbinding en samenwerking zoeken. Waarin men niet op de politiek of de overheid gaat zitten wachten, maar vooral vanuit de eigen visie en gedrevenheid aanpakt en aan de slag gaat. En dat laatste ’t liefst op een creatieve manier, vooruitkijkend naar wat een ompoling naar de nieuwe tijd nodig heeft en zoekend naar eigentijdse, nog niet eerder bedachte  vormen van verbinding en samenwerking. Dat leidt tot allerlei frisse initiatieven en vruchtbare dwarsverbanden.

 

Zo kwam ik onlangs Puur Lokaal tegen. Een voedselcoöperatie in Arnhem, die ook een winkel heeft in ‘Het Dorp’ in Arnhem. Zij verkopen verse, lokale producten die op een duurzame manier en voor eerlijke prijzen zijn geproduceerd. Hun doel is niet om winst te maken, maar om gezamenlijk te blijven opereren en samen te beslissen over het assortiment, de prijzen, het beleid en hoe de winst te investeren. Ofwel om de coöperatie te laten voortbestaan, zodat de leden kunnen blijven profiteren van de voordelen die de coöperatie biedt.

Momenteel ontstaan er meerdere van dit soort initiatieven. Zo heb je in Wageningen een lokale overdekte voedselmarkt, waarvan klanten, boeren, bakkers en de winkelier zelf eigenaar zijn. In Amsterdam heb je inmiddels Foodcoop en ook in veel kleine dorpen grijpen de bewoners naar coöperatieve winkels om zo de leefbaarheid in hun dorp te behouden.  Maar bij Puur lokaal kwam ik ook een visie over de nieuwe economie tegen, die kort en krachtig verwoordde wat de kern daarvan is en die me juist vanwege de eenvoud en kernachtigheid de moeite waard leek om hier op te schrijven.

‘De nieuwe economie moet voedend zijn voor al het leven, voor mens, plant en dier en voor de biosfeer. De nieuwe economie moet duurzaam zijn en ertoe bijdragen dat je meer  in verbinding bent met de mensen en wereld om je heen.’

 

Kortweg gezegd:

het gaat om samenwerken in plaats van concurrentie

om organisch in plaats van mechanisch

om bloeien in plaats van alsmaar meer rendement willen

om niet hoeven winnen, maar om jezelf mogen zijn met al je mogelijkheden en beperkingen

om verbinden in plaats van elkaar uitspelen

om dialoog in plaats van discussie

om overvloed in plaats van schaarste

om hart in plaats van hoofd.

 

zondag 12 juli 2015

Delen is het nieuwe vermenigvuldigen


Delen is het nieuwe vermenigvuldigen. Ik blijf het een mooie en toepasselijke slogan vinden, die in mijn ogen precies illustreert waar het in de deze tijd om gaat. Nu is delen in principe van alle tijden en in vele niet-westere economieën gebeurt het nog steeds volop, maar toch is het een slogan die past bij de overgangstijd waarin we leven: in plaats van hebben of nemen gaat het meer om zijn, in plaats van afwachten of moedeloos toezien om zelf bijdragen, initiatief nemen of in gang zetten.

Uiteraard moet belangeloos delen gebaseerd zijn op vertrouwen. Vaak denken mensen als ik mijn kennis en vaardigheden zomaar aan anderen ter beschikking stel, dan pikken ze mijn ideeën, werk of plannen in. Toch zou je daar niet zo bang voor hoeven te zijn, want iedereen is uniek en voegt zijn eigen inbreng, kennis, ervaringen en inspiratie toe. Juist dat zorgt voor de meerwaarde.

De angst om door te delen zelf minder te krijgen ligt altijd op de loer, maar het tegendeel blijkt vaak waar te zijn, zo merken mensen en organisaties die dit principe toepassen. Delen leidt niet alleen tot positieve resultaten, maar vaak ook tot meer onderlinge uitwisseling bezieling en vreugde en tot intenser contact met anderen.

 

Omdat de oude wereld steeds minder goed werkt, de radertjes ervan beginnen steeds meer te kraken of lopen zelfs vast, is een nieuw elan erg belangrijk. We zullen al onze creativiteit, vaardigheden, kennis en verbeeldingskracht moeten aanwenden om een ommekeer te bewerkstellige en tot een nieuwe maatschappij of wereld te komen.

Dat gebeurt al op allerlei manieren, vaak ook via kleine en buurtgerichte initiatieven. Maar je hebt ook toonaangevende mensen nodig, die hun vernuft en kennis hierop loslaten.

Een goed voorbeeld hiervan vind ik de architect en designkunstenaar Daan Roosegaarde die al zijn inventiviteit aanwendt om tot duurzame oplossingen te komen, die ook nog eens mooi ogen. Zo heeft hij  de zogenaamde Smart Highway met glowing lines bedacht.  Door lichtgevende lijnen in de snelweg aan te brengen, die overdag energie opladen  en deze in het donker weer afgeven hoeven er ’s nachts geen lantaarnpalen meer aan. Wat een energiebesparing, terwijl het toch veilig blijft!  
 

 

maandag 15 juni 2015

Basisinkomen


De discussie of het basisinkomen een goed idee is, wordt de laatste tijd regelmatig aangezwengeld en op enkele plekken ook al uitgeprobeerd. Een interessante ontwikkeling, al zitten er natuurlijk nog heel wat haken en ogen aan.

Waarom juist nu? Omdat er door de flexibilisering van de arbeidsmarkt steeds meer economische onzekerheid ontstaat. Zo komen er steeds meer zzp-ers en bij sommige beroepen, zoals bijvoorbeeld de postbezorgers, is die constructie twijfelachtig. Ook zullen er door de technologische ontwikkelingen steeds meer banen verdwijnen, omdat deze worden overgenomen door robots en slimme software. Dat laatste zie je vooral gebeuren met eenvoudig werk en met boekhoudkundige taken. Voldoende banen zijn er straks eenvoudigweg niet meer en vele daarvan worden ook nog eens onderbetaald, waardoor mensen er niet van kunnen rondkomen. 

Als vangnet hebben we onze sociale zekerheidswetten, maar die zijn gebaseerd op inkomens- en gedragstoetsen. De controle hiervan vergt echter een enorme bureaucratie en kost veel mankracht.  Is die niet op een betere manier in te zetten?

Voordelen van een basisinkomen zijn dat er minder energie gestoken hoeft te worden in het vinden van een betaalde baan, terwijl er steeds minder vaste banen zijn. Op andere vlakken, zoals in de zorg, kinderopvang en buurtinitiatieven, kan er  juist veel meer ontstaan. In Canada heeft men het bij een kleine groep uitgeprobeerd en wat bleek: deze mensen besteedden meer tijd aan de zorg voor anderen, aan samen koken en eten, aan kunst, muziek en zelfontplooiing. Een bijkomend voordeel is dat er meer waardering ontstaat voor andere bijdragen aan de maatschappij dan alleen de economische. Uit de verschillende experimenten met het basisinkomen blijkt dit ook het geval te zijn. Mensen voelen zich creatiever en gelukkiger, omdat ze hun talenten en vaardigheden kunnen inzetten  op een manier die bij hen past.

Alle lof verdient dan ook de gemeente Nijmegen die onlangs een lokaal experiment met het basisinkomen is gestart. Een deel van de uitkeringsgerechtigden krijgt tijdelijk een basisinkomen zonder verdere verplichtingen en met de mogelijkheid om iets bij te verdienen. In Groningen krijgt Frans Kerver op grond van crowdfunding als eerste Nederlander een jaar lang basisinkomen. Beide zijn bedoeld om ervaringen met het basisinkomen op te doen. Wat gaat er wel en niet goed?

Een voorwaarde om een verdergaande invoering hiervan mogelijk te maken is dat het basisinkomen individueel moet zijn en hoog genoeg om redelijk van te kunnen leven. Men denkt nu aan bedrag tussen de 1000 en 1500 euro. Bedenk daarbij wel dat mensen onderling veel meer gaan regelen, ruilen en delen.

dinsdag 26 mei 2015

Op de bres staan voor wat je lief is, loont


Soms is het goed om in beweging te komen voor wat je dierbaar is en daarvoor zelfs op de barricaden te klimmen. De laatste tijd zie en hoor je ook steeds meer dat mensen zich gezamenlijk inzetten voor het behoud van iets dat hen dierbaar is. Met vaak een positief resultaat als gevolg.

Zelf heb ik jarenlang met een groep bewoners actie gevoerd voor het behoud van het prachtige buitenzwembad in Nijmegen dat ook nog eens op een unieke locatie ligt, namelijk  tussen de mooie, hoge bomen van het Goffertpark. De moeite van het behouden waard, ook al neemt het aantal zwemmers nauwelijks toe. Het was iets van de lange adem, een elk jaar terugkerend ritueel.  Uiteindelijk heeft dat de gemeenteraad overtuigd - of misschien waren ze de jaarlijkse rituele dans gewoon beu-  dat kan natuurlijk ook. Maar met ingang van het nieuwe zwemseizoen was er het besluit dat het Goffertbad voortaan open blijft. De jarenlange discussie over wel of niet sluiten is daarmee van de baan. En om deze nieuwe stellingname kracht bij te zetten en te laten zien dat het de gemeente menens is, heeft ze ook geïnvesteerd.  Dat siert haar! Zo zijn er op het veld een aantal fitnessapparaten neergezet, is er een dug-out gekomen, waar zwemmers zich bij slecht weer kunnen omkleden of hun spulletjes droog kunnen achterlaten, zijn er goaltjes en een extra speeltoestel voor de kinderen geplaatst. Een waardevolle investering én mooi gebaar.

Je gezamenlijk voor iets inzetten loont dus en het geeft verbinding. Beide zijn de moeite waard, heb ik gemerkt.      

dinsdag 28 april 2015

Groene vakanties


Duurzaam op vakantie gaan is een begrip dat je  tegenwoordig regelmatig tegenkomt, maar wat het precies inhoudt, is nog niet zo eenduidig. Er blijken in ieder geval meer mensen te zijn die ook in hun vakantiekeuze rekening willen houden met de impact op het milieu en er zijn steeds meer eco-reizen en groene of duurzame vakanties te boeken. 

Ik kwam een mooi adagium tegen voor een duurzame vakantie:  laat niets dan voetstappen achter en neem alleen foto’s mee. Dat zie ik echter - behalve bij een enkeling - nog niet zo gauw gebeuren, maar alleen al zo’n slogan in je hoofd met je meedragen, kan tot ander gedrag leiden.  En daar gaat het, denk ik, om, want wat wel of niet goed is voor het milieu of de omgeving daarover verschillen de meningen en helemaal goed doe je het natuurlijk nooit. Ik denk dat  alleen al het feit dat mensen hierover nadenken en niet voor elke tripje het  vliegtuig pakken al een behoorlijke winst is, want in mijn omgeving hoor ik mensen maar al te vaak zeggen dat ze vanwege een spotgoedkoop aanbod een vlucht boeken voor een weekend of weekje, terwijl het vliegtuig een vervuilende manier van transport is. Bus- of treinreis zijn een stuk minder vervuilend en die laatste is bovendien een comfortabele en leuke manier, is mijn ervaring.

Het maakt natuurlijk ook verschil of je in een tent of huisje gaat zitten waar je zelf je verwarming en energie  kunt regelen of  een airconditioned hotel boekt. Ook wat je tijdens je vakantie onderneemt, maakt uit. Ga je all inclusive, dan heeft de plaatselijke bevolking er in ieder geval niets aan. Fiets, zwem, wandel of paardrijd je veel, dan vergroot je de toename van koolstofdioxide niet.  

Zelf heb ik jarenlang met vrienden en onze kinderen bij een boer in de Achterhoek gekampeerd. Niets gelikts, een paar oude caravans , maar wel met een grote lap grond erbij, een aantal dieren die rondscharrelden én een vuurplaats, waarvoor de kinderen elke dag hout sprokkelden. ’s Avonds was het feest, want dan mochten ze het vuur aanmaken, waar vervolgens pannenkoeken op werden gebakken, worstjes gebraden of appels in gepoft. Soms ging de boer met de tractor en alle kinderen achter op de hooiwagen over het land of hij speelde in het donker voor spook. Onvergetelijke weken, waarin vrijwel alles wat een kind zich kan wensen mocht.  Zelfs een oude caravan slopen die toch naar de sloop moest.

maandag 30 maart 2015

Transitietijd


We leven in  een transitietijd. Het oude voldoet niet meer en brokkelt af, omdat het te verstard of bureaucratisch  is geworden  of te veel op de winst van enkelen is gericht. Het nieuwe krijgt langzamerhand vorm, vooral door allerlei initiatieven van onderop. Mensen organiseren zelf allerlei nieuwe verbanden en initiatieven op het gebied van zorg, energie, vervoer, voedsel verbouwen en verdienen. Het gaat hierbij vaak om kleine en lokale initiatieven, maar ze breiden zich wel als een olievlek uit en zetten de transitie in gang. Elk initiatief, hoe klein ook, helpt om de kanteling te maken. Soms ook slaan ze aan en gaan de veranderingen snel. Zo is het gezamenlijk gebruik van auto’s in 2014 maar liefst met 113 procent gestegen.

Zo’n transitietijd is niet gemakkelijk. Het vraagt om loslaten van oude verbanden en zekerheden, veranderingen onder ogen zien en durven meebewegen met het nieuwe, dat vaak nog onwennig en onbekend is. En ja, soms verlies je daar in eerste instantie ook mee. Een mooi voorbeeld van dat laatste is UberPop, een mogelijkheid waarbij mensen via een App zelf hun auto verhuren om mensen te vervoeren.  De taxiwereld is daar woedend over en bedreigt de UberPopchauffeurs, omdat ze het als broodroof zien. Op zich misschien wel begrijpelijk, maar mede door de snelle ontwikkelingen van de technologie en internet zal er nog veel meer werk ingrijpend gaan veranderen of verdwijnen. Dat is lastig en ook wel angstaanjagend - ik ervaar het in mijn eigen beroep ook aan den lijve - maar alleen maar op de rem gaan staan of koste wat het kost het oude willen behouden, zal ons niet verder helpen.

We gaan naar een economie, waarin niet alleen maar geld het ruilmiddel is, maar ook tijd, energie, zorg, werk- en denkkracht kunnen worden uitgewisseld.  Een niet meer tegen te houden ontwikkeling, aldus Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde. Mede in gang gezet, doordat veel maatschappelijke sectoren in Nederland in zijn ogen hun houdbaarheidsdatum naderen, omdat de mens niet langer centraal staat. Hij typeert de veranderingen van deze tijd als een overgang van bezit naar gebruik. Wat we zien, is de opkomst van een  meer informele economie ofwel een wij-economie, waarin delen, ruilen en samen organiseren meer deel gaan uitmaken van ons economisch handelen. En deze opkomende nieuwe orde zal regelmatig botsen met de gevestigde orde, zoals we nu al bij UberPop zien gebeuren.

 

Toch is deze ontwikkeling niet meer tegen te houden. Dat is maar goed ook, want het biedt veel nieuwe mogelijkheden en kansen én een nieuw elan.

 

maandag 16 maart 2015

Minder kleren maken het verschil


We hebben bijna allemaal veel te veel kleding in onze kast hangen en daarvan blijken  we maar liefst 70% niet of nauwelijks te dragen. Zaken die niet echt goed zijn voor het milieu, want  de kledingindustrie is niet alleen een vervuilende industrietak, maar ook een waar de arbeidsomstandigheden vaak ronduit erbarmelijk zijn en waar het vooral kinderen zijn die tegen zeer lage lonen de kleding voor de westerse modeketens in elkaar zetten.

 

Daarom is het mooi dat het bewustzijn hierover toeneemt en dat er steeds meer alternatieven in het leven worden geroepen om ook onze kleding te ruilen, te delen of te lenen. Er zijn talloze initiatieven op dit gebied. Natuurlijk heb je de tweedehands winkels, de kledingruilsites en de zogenaamde kledingruilfeestjes, die almaar toenemen en waar soms ook designerkleding van hand tot hand gaat. In mijn eigen buurt organiseert men ook één keer per jaar een middag waarin je kleding kunt inbrengen of meenemen, want waar de een op uit gekeken is, is voor de ander nieuw of zelfs een kekke aanwinst. Er bestaat tegenwoordig zelfs zoiets als swoppen: evenementen waarbij je niet alleen kleding kunt ruilen, maar ook schoenen, sjaals, hoedjes en handtassen.

In een paar grote steden heb je inmiddels ook de  Kledingbibliotheek. Hier kun je via een abonnement of strippenkaart kleding lenen, waardoor je niet alleen veel kunt afwisselen, maar bijvoorbeeld ook dat nette colbert of hippe feestjurkje uit de rekken kunt vissen. Kleding die je immers maar af en toe nodig hebt.

Daarnaast heb je nog Dress for Success, waarbij mensen met weinig geld aantrekkelijk worden gekleed om bij een sollicitatiegesprek representatief voor de dag te kunnen komen. Dat geeft een boost, is goed voor het zelfvertrouwen en kan helpen om sneller een baan te vinden.

En dan heb je in Nijmegen nog een bijzonder initiatief, waarbij mensen die nauwelijks of geen geld hebben om kleding te kopen af en toe eens helemaal in het nieuw gestoken worden - de kleding komt ook nieuw uit allerlei winkels - zodat ook zij eens kunnen ervaren hoe het is om er smaakvol en piekfijn uit te zien.

Deze initiatieven zijn des te belangrijker, omdat er in de kledingindustrie niet alleen veel mis is met de arbeidsomstandigheden, maar ook omdat veel kleding inmiddels zo goedkoop is dat er te veel van wordt aanschaft, dat dan ook nog grotendeels in de kast blijft hangen.  

Minder kleren maken het verschil.

  

maandag 23 februari 2015

Dwarskijkers en frisdenkers


Deze keer wil ik eens aandacht besteden en een hulde brengen aan de VPRO, die in haar programma Tegenlicht  consequent aandacht besteedt aan de maatschappelijke kanteling die ons te wachten staat. Of liever gezegd die we eigenlijk met z’n allen teweeg zullen moeten  brengen, omdat het oude niet meer werkt, bestaande systemen te verstard zijn geraakt of  te veel op een dood spoor gekomen.  Bovendien is er technologisch inmiddels zoveel mogelijk en kunnen mensen elkaar via de nieuwe media zoveel gemakkelijker vinden dat de initiatieven om tot een meer duurzame en  sociale  maatschappij te komen met de dag toenemen. Op mijn blog heb ik hier al regelmatig verslag van gedaan.

Wat weer eens bleek in deze documentaire is dat het echt om talloze initiatieven gaat: van klein en simpel tot groot en veelomvattend. Dat maakt op zich niet uit, waar het om gaat, is  dat we de omslag naar een  meer verbindende  en duurzame maatschappij zelf zullen moeten creëren. Voorlopig is het nog een kleine voorhoede, maar deze groeit wel.

Om de noodzakelijke ingrijpende transitie tot stand te brengen zijn alle initiatieven op het gebied van duurzaamheid, spaarzaam omgaan met onze natuurlijke bronnen, verbondenheid, een menselijker maat en het heft in eigen hand nemen meer dan welkom. Of het nu gaat om een snackbarhouder die zijn oude frituurolie tot biodiesel verwerkt, iemand die zijn eigen huis geheel verduurzaamt of om mensen die hun eigen coöperaties oprichten. Wat allen bindt, is dat er een innerlijke noodzaak gevoeld wordt om anders met werk, onze omgeving, elkaar en de wereld om te gaan.

 

In de deze aflevering zijn het de schoonmakers die de werknemerscoöperatie Schoongewoon oprichten, zodat ze zelf hun tijd en werk kunnen indelen, maar ook gezamenlijk  beslissingen kunnen nemen over wat er moet veranderen, want zij staan tenslotte elke dag op de werkvloer en weten het beste waaraan het schort en hoe het beter kan.

Dat laatste is eigenlijk steeds het uitgangspunt. Ook bij Buurtzorg was dit het geval. Weg met de geld verslindende managementlagen, die vaak alleen maar verstikkend werken en de medewerkers het plezier in hun werk vergallen. Naar meer aandacht voor het eigen initiatief, de eigen vindingrijkheid &  creativiteit,  die zorgt voor duurzame oplossingen en nieuwe verbindingen. Daar zijn inderdaad dwarskijkers, frisdenkers, kantelaars en verbinders voor nodig. Goed van de VPRO dat ze er in elke aflevering weer een paar aan het woord laten. Als enige eigenlijk in het vrij platte televisielandschap. 

woensdag 4 februari 2015

Lelijke groenten


Het belang van minder verspilling wordt door steeds meer mensen gezien. En dat geldt zeker voor het nodeloos weggooien van voedsel. Niet voor niets bestaat de voedselbank inmiddels al zo’n twaalf jaar. Vanwege de mindere economische omstandigheden moeten daar helaas ook steeds meer mensen gebruik van maken.

Maar op zich is het een goede ontwikkeling dat steeds meer mensen en bedrijven het zorgelijk vinden dat brood, pasta of melk die over de datum zijn, zomaar worden weggegooid. Vooral ook omdat die uiterste datum arbitrair is en eigenlijk voor de winkelier is bedoeld. Deze weet dan dat het product na deze datum nog een aantal dagen te eten is.  Maar ook de zogenaamde lelijke groenten, zoals  boontjes die te klein zouden zijn, prei waarvan de buitenste bladeren een lichtbruin randje krijgen of een beetje gebutste bananen, het is allemaal nog prima te eten. Dat beseft zelfs Albert Heijn, die onlangs een groentepakket met zogenaamde lelijke groenten  introduceerde.
Het is misschien marketing-technisch een handige zet, maar tegelijkertijd een belangrijke stap voor minder verspilling, als we het allemaal wat gewoner gaan vinden dat de aardappels en uien verschillend van grootte zijn, de boontjes of wortels soms raar of krom van vorm.  Hoogwaardig voedsel afkeuren alleen omdat het niet voldoet aan de cosmetische eisen is niet meer van deze tijd. Je zou dit voedsel ook voor dieren of vee kunnen bestemmen of er compost van maken. Gelukkig doen steeds meer mensen dit ook. En vroeger deed men natuurlijk niet anders.  

Maar ook door onderling groente en fruit te delen of te ruilen wordt onnodige verspilling tegengegaan. Maar dat geldt evenzeer voor boeken, kleding of huisraad om maar eens iets te noemen. Door allerlei deelplatforms op internet is dat gemakkelijker geworden en voor een behoorlijk aantal mensen ook al een goede gewoonte. Maar omdat niet iedereen even handig is met internet is er nu in Nijmegen het initiatief genomen tot een deelwinkel midden in het centrum van de stad. In deze winkel is niks te koop, maar wel kunnen mensen er onbenutte kennis, hulp en spullen met elkaar delen. Dat alles zonder portemonnee of pasje.  Bezoekers van deze winkel kunnen op een zogenaamde Deelwinkel Cadeaubon aangeven wat ze willen delen en daarbij kan het ook gaan om vaardigheden en talenten. Weer een verfrissend initiatief.

maandag 19 januari 2015

Niet diëten... maar gezond eten






Als journalist krijg ik regelmatig dieetboeken op mijn bureau. Het ene nog dikker en bijzonderder dan het andere. Het is een ware hausse van veelal  ingewikkelde  en vaak  revolutionaire methoden om nu eens voorgoed af te vallen,  maar ook een aansporing om gezonder en bewuster te eten. Als je je maar aan de nieuwe regels houdt en andere eetgewoonten ontwikkelt - en vaak zijn deze uit verre culturen afkomstig - komt het wel goed, zo luidt het devies. Nogal eens worden daar ingewikkelde schema’s voor bedacht en  lijstjes wat je wel of niet moet doen. Behalve het schrappen van bepaalde levensmiddelen als bijvoorbeeld melk, brood, vlees, pasta  en suikerrijke drankjes is er ook veel aandacht voor wat voor type je bent.

En je moet natuurlijk dapper volhouden. Mensen in mijn omgeving die een dieet volgen, zijn vaak erg consequent en brengen heel wat offers om het te volbrengen, maar binnen een jaar zijn ze weer op hun oude gewicht en vaak zelfs wat zwaarder vanwege het bekende jojo-effect.

Ik zie al die dieetboeken als slimme marketing, maar geloof niet dat het echt iets verandert. Niet dat ik onverschillig sta tegenover eten. Integendeel, ik vind eten belangrijk en lekker, maar heb vanuit een innerlijke behoefte mijn eetgewoontes langzaamaan veranderd. Naast  biologische groenten & kruiden ben ik ook veel meer  noten, zaden, bessen, kikkererwten en linzen gaan eten - om maar eens iets te noemen. En aanzienlijk veel minder pasta, rijst en  aardappelen. Vooral een hand vol verse kruiden kan een gerecht behoorlijk oppimpen en elk kruid heeft  zijn  eigen gezonde werking. Ik ga er spelenderwijs mee om, ben absoluut niet streng in de leer en zondig regelmatig, want ja, dat maakt het leven leuk.

Door hier zelf een beetje mee te experimenteren heb ik vooral ook veel meer plezier in  koken gekregen én ik gooi veel minder eten weg. Ik kijk wat ik in huis heb en probeer daar iets nieuws mee te doen. Soms met verrassend resultaat. Wil ik het later nog eens maken, dan lukt me dat vaak niet, omdat ik niet meer weet welke ingrediënten ik allemaal  heb gebruikt.  

Een mooie bijkomstigheid is dat ik al jaren ongeveer op hetzelfde gewicht blijf.