dinsdag 22 oktober 2013

Een oude reflex


De deel- en ruileconomie is hot. Je kunt tegenwoordig bijna geen krant of blad meer openslaan of er wordt aandacht aan besteed. En ook de televisie heeft er al meerdere programma’s over gemaakt. Terecht, want het is een nieuw eigentijds fenomeen dat niet alleen een reactie is op een verstard systeem, maar ook erg veel creativiteit losmaakt en dat mede door de technologie tot onvermoede ideeën en nieuwe verbindingen leidt. In Nederland schijnt de deel-, geef- en ruileconomie inmiddels al 13% van de economie uit te maken. Een verheugend feit, als je ziet hoe snel dit is gegaan. En een belofte voor de toekomst, zou ik zeggen.  Maar tegelijkertijd zie je bepaalde gevestigde belangen en partijen ook in een oude reflex schieten om het nieuwe te willen tegenhouden, alles bij het oude te  laten en dat kost wat kost te blijven voortzetten.
Een goed voorbeeld daarvan is de reactie van de Amsterdamse woningcorporaties op het succes van Airnb. De laatste is een site waar mensen hun woning op kunnen zetten voor tijdelijke verhuur. De site is een succes. Niet alleen landelijk, maar wereldwijd. Het gaat  bij de verhuur vaak om een week of weekendje, maar soms bijvoorbeeld bij expats ook om een wat langere tijd. Maar de meeste verhuur is voor een heel korte periode.

En wat doen de corporaties nu? Zij sturen detectives af op de Airnb- verhuurders van hun woningen - ja, je leest het goed: detectives - omdat zelfs een verhuur van enkele dagen door hen  als woonfraude wordt aangemerkt. Dat is toch echt van de zotte! En kan niet anders betiteld worden dan een oude reflex die bijna automatisch  de kop opsteekt om de eigen belangen veilig te stellen. Er worden immers geen woningen mee aan het Amsterdamse huizenbestand onttrokken. Hooguit verdienen de verhuurders er wat bij, waarmee ze leuke dingen kunnen doen en hun mogelijkheden vergroten. Of er zitten een paar weken per jaar andere bewoners in het huis.
 

woensdag 9 oktober 2013

Dag van de Duurzaamheid


Morgen 10 oktober is het de Dag van de Duurzaamheid en worden er in het hele land prikkelende acties gehouden om de aandacht te vestigen op milieuvriendelijke en duurzame voeding, kleding en diensten. Vooral voedselverspilling staat weer hoog op de agenda, want we gooien per persoon jaarlijks maar liefst 50 kilo eten weg, 14% van het eten dat we kopen komt niet op ons bord terecht. Bovendien wordt veel vers voedsel dat te groot of te klein is, een deukje, buts of beurs plekje heeft door de groothandel afgekeurd en weggegooid.    
Care for Food in Nijmegen vraagt aandacht hiervoor door op de Grote Markt een tien meter lang eappeltaart te bakken van appels die niet voldoen aan het schoonheidsideaal. Iedereen kan zelf komen proeven dat die er geen spatje minder lekker door is.
’s Avonds serveren 18 horecagelegenheden een duurzame soep gemaakt van doorgeschoten en minder mooie groenten, want het is al vaker bewezen dat die even lekker is als soep van de meest exquise ingrediënten. Ook zijn er diverse organisaties die peulen en bonen meer op de kaart willen zetten, want deze zijn gezond, voedzaam en goedkoop, maar worden steeds minder gegeten.

Zelf heb ik al meer dan 15 jaar een biologisch groentepakket uit de buurt, dat de laatste twee jaar ook nog eens per bakfiets aan huis wordt afgeleverd. Behalve dat ik daar zeer creatief van word wat koken betreft en ik hierdoor veel meer groenten ben gaan eten, combineren en waarderen, maak ik van de diverse restjes die ik overhoud elke week wel een paar keer soep. Voedzaam, gezond en lekker.

Wat je volgens Care For Food zelf kunt doen om voedselverspilling tegen te gaan:
koop beter in, kook op maat, gooi eten niet te snel weg, want er is vaak nog wel iets voedzaams en lekkers van te brouwen. En probeer verder wat meer regionale groenten en fruit te kopen, want die hebben een kleinere kans op bederf. Als je groente uit de buurt haalt en dat is tegenwoordig vrij gemakkelijk, want behalve bij de biologische bedrijven zoals die van mijn groentepakket, kun je vaak ook terecht in boerderijwinkels en zelfs op de webshop van duurzame boeren en telers. Zij proberen allemaal ook zoveel mogelijk zonder kunstmatige toevoegingen te werken.

Bovendien zijn, als je je groenten en fruit uit de buurt haalt, de logistieke lijnen korter en is de verspilling van brandstoffen minder. Want zeg nou zelf: boontjes die uit Afrika worden ingevlogen, dat is toch helemaal van de pot gerukt.

donderdag 3 oktober 2013

Van oud brood en koekjes


Er wordt vaak nogal schamper gedaan over de participatiemaatschappij. Het zou het nieuwe toverwoord uit de hoge hoed van de politiek zijn om aan te geven dat we in een andere tijd zijn beland, waarin de verzorgingsstaat zoals we die decennia hebben gekend zijn langste tijd heeft gehad. Dat dit inderdaad zo is, kan iedereen op zijn klompen aanvoelen.  Op vele plekken in de samenleving zijn er ook al mensen  die volop vorm geven aan die ‘nieuwe maatschappij‘. Ze nemen zelf het heft in handen, verbinden zich met elkaar, creëren samen iets nieuws of  zetten iets op wat in hun ogen belangrijk of noodzakelijk is. Ja, soms ook uit nood geboren, omdat de overheid bepaalde zaken niet meer voor haar rekening neemt, maar is dat zo erg?
Het gebeurt in ieder geval met enthousiasme, flair, doorzettingsvermogen en vaak ook vanuit het verlangen om samen een meerwaarde te creëren.
Zo zijn mensen in een klein dorp in Brabant, nadat de dorpswinkel daar haar deuren sloot,  hun eigen coöperatieve buurtsuper begonnen. De sluiting was een behoorlijke aderlating voor het dorp, want wil een dorp leefbaar zijn, dan moeten erop z’n minst  een paar voorzieningen zijn, zoals een  dorpscafé,  snackbar, speeltuin of speelveldje én een winkel. Je doet daar niet alleen je boodschappen, maar koopt er ook je krantje of tijdschrift. Tevens fungeert deze vaak als bakker, postkantoor en ook een beetje als apotheek. Je kunt er op z’n minst pleisters en pijnstillers kopen. 

In Rotterdam zijn mensen op eigen initiatief een logeerhuis begonnen voor mensen die na een operatie moeten herstellen en zelf niemand hebben die voor hen kan zorgen. Gewoon in een vierkamerflat. Nu nemen een aantal vrijwilligers die taak op zich, waardoor het de mensen slechts een tientje per dag  kost om daar te kunnen verblijven. Dat dit bedrag zo laag is, komt mede omdat ze een kerkelijke stichting bereid hebben gevonden om dit initiatief financieel te ondersteunen.

Ook ontstaan er op allerlei bedrijfsterreinen, waar vroeger bijvoorbeeld de betonindustrie of autobedrijven de toon zetten, een soort creatieve broedplaatsen voor jonge ondernemers, ontwerpers, kenniswerkers en kunstenaars. Onlangs  werd er op zo’n terrein in Den Haag het I’M BINCK festival georganiseerd. Tijdens dit festival gaf  een restaurant dat daar gevestigd is en dat van overgebleven voedsel culinaire maaltijden bereidt , een workshop waarin ze mensen leerden om van oud brood zelf lekkere koekjes te bakken. Leuk, inventief en een mooie metafoor voor wat deze tijd vraagt.