maandag 29 december 2014

Zelf repareren ... gewoon doen


Zelf onze spullen en apparaten repareren is behoorlijk uit de mode geraakt. Dat heeft op de eerste plaats te maken met dat er veel goedkope en plastic rommel op de markt wordt gebracht, waarvan de onderdelen nogal eens verlijmd zijn, waardoor het gebruiksvoorwerp niet of moeilijk uit elkaar is te halen. Daarnaast zijn er minder beroepsreparateurs dan vroeger en de professionele reparateurs die er zijn, zijn over ’t algemeen vrij prijzig. Zeker als je het vergelijkt met de nieuwprijs van veel dingen, die omdat ze vaak in de derdewereldlanden worden gemaakt spotgoedkoop zijn. Dit soort ontwikkelingen komt de duurzaamheid van onze spullen niet ten goede en vergroot de afvalberg aanzienlijk.

 

Als antwoord op deze trend zijn de Repair Cafe’s ontstaan, waarover ik al in een eerdere blog schreef. Maar zelf repareren is ook iets dat je kunt leren en niet altijd zo moeilijk is als het lijkt. Het is in eerste instantie vaak een kwestie van goed kijken hoe iets in elkaar zit, waardoor je soms al snel kunt begrijpen wat je daar zelf aan kunt doen.

Op internet zijn bovendien veel specifieke reparatietips te vinden, waardoor je bij een kapotte ijskast of wasmachine niet meteen een dure reparateur hoeft in te schakelen.

 

In de praktijk blijken zeven van de tien klachten waarvoor men een witgoedmonteur laat langskomen, gemakkelijk zelf te verhelpen en daarvoor hoef je vaak niet eens zo heel handig te zijn. Wanneer er bijvoorbeeld na afloop van een wasbeurt water in de trommel van de wasmachine blijft staan, zit er vaak iets in de pomp of het filter. Of de slang zit dubbel. Blijft er onder in de koelkast water liggen, dan is vaak het gootje waarin het water moet weglopen verstopt en dat is heel simpel door te prikken.

Laatst had ik zelf iets dergelijks aan de hand. In mijn afwasmachine bleef  water staan. Ik dacht: o jee, nu is hij echt kaduuk, maar na hem een keer zo goed mogelijk te hebben leeggeschept, bedacht ik dat het ook wel eens aan te veel vetresten zou kunnen liggen. Toen heb ik ‘m een keer met flink veel soda doorgespoeld en nu doet hij ’t weer als vanouds.

 

De ervaring van het Repair Café leert ook dat in veel gevallen een simpele handeling als het schoonmaken van een lens of scharnier of het wegblazen van stof al voldoende is om het bewuste apparaat nog jaren mee te kunnen laten gaan.  

Het zou jammer zijn om daar niet zelf je voordeel mee te doen!

donderdag 11 december 2014

Kruid en onkruid


In deze blog wil ik een lans breken voor het gebruik van verse kruiden, want ik beleef daar steeds meer plezier aan, zeker sinds ik daar een rubriek over schrijf in een tijdschrift over stadstuinieren. Natuurlijk wist ik al dat veel kruiden iets toevoegen, ik heb er ook behoorlijk wat in mijn tuin staan en gebruik deze regelmatig, maar door me hier meer in te verdiepen ben ik me veel meer bewust geworden van de vele goede en geneeskrachtige eigenschappen  die ze bezitten. Niet vreemd natuurlijk, want nogal wat voedingsupplementen en ook alternatieve zelfzorg- of geneesmiddelen bevatten kruidenextracten.

Veel leuker is het echter om ze zelf vers te kunnen plukken in je eigen kruiden- of moestuin. Maar je kunt dat net  zo goed doen langs bermen en wegen, in akkers,  bossen en weilanden. Lekker vers geplukt en onbespoten. Op heel veel plaatsen zijn ze nog te vinden: vogelmuur, weegbree,  bieslook, citroenmelisse en Sint-Janskruid  om er maar een paar te noemen. Sommige kruiden worden tot het onkruid gerekend, maar geven toch een makkelijke en smakelijke oogst, zoals bijvoorbeeld brandnetel en zevenblad.

Mijn voortuin was, toen ik er kwam wonen, overwoekerd met zevenblad. Een klein plantje met een ondergronds wortelstelsel dat razendsnel groeit en dat inderdaad een ware plaag kan zijn. Op mijn vraag wat te doen met al dat zevenblad  antwoordde een kweker: verhuizen of de hele tuin afgraven. Dat vond ik beide wel erg rigoureus en bleek ook helemaal niet nodig te zijn. Zeker toen ik erachter kwam dat dit kleine groene woekerplantje eigenlijk heel gezond is en ik van handenvol zevenblad  een paar keer een smakelijk stamppotje heb gemaakt  of deze in een omelet heb verwerkt.

Ik weet niet wat het is - het zal wel een soort oergevoel of instinct zijn - maar ik geniet altijd erg van al het voedzame dat ik uit mijn eigen tuin haal.  Ook gebruik ik het veel overvloediger. Plukte ik voorheen een paar blaadjes salie voor bij een bonengerecht, nu strooi  ik deze  er zeer ruimhartig overheen. En juist  dan merk je dat kruiden echt iets toevoegen, dat het zoveel extra smaak geeft  dat je veel minder andere toeters en bellen, zoals sausjes en dergelijke, nodig hebt.
Zelfs op de vensterbank of in een pot met goede grond kun je al een klein kruidentuintje beginnen. 

 

 

dinsdag 25 november 2014

Koop minder, geniet meer


Een uit Australië  overgewaaid fenomeen: Buy Nothing New maand. Sinds kort wordt deze  ook in Nederland gepromoot, want we komen natuurlijk al om in de spullen en veel kledingkasten puilen uit. Allemaal redenen om je eens achter de oren te krabben en je af te vragen of je wel echt iets nodig hebt, want iets nieuws kopen geeft vaak even een kick, maar de bevrediging verdwijnt ook weer snel. Bovendien worden veel van de hebbedingetjes en zeker ook de kleding die wij kopen onder erbarmelijke omstandigheden in de Derde-Wereldlanden gemaakt, vaak ook nog eens door heel jonge kinderen.

Het idee hierachter is om een maand lang niets nieuws te kopen aan kleding en schoenen, maar je zou het ook kunnen uitbreiden naar goederen, nieuwe elektronica  en andere technische snufjes. Zie het als een  soort detox voor consumenten, want iets nieuws kopen geeft vaak een korte kick, maar daarna ontstaat er weer snel honger naar iets anders. 

Hoewel dit initiatief ook kritiek krijgt, want het zou totaal geen zoden aan de dijk zetten, vind ik het toch een aardig initiatief, omdat het je aan het denken zet en je meer stilstaat bij wat je echt nodig hebt. Voor onze kledingkasten is dat zeker geen overbodige luxe. Iedereen schijnt in z’n kast zo’n dertig kledingstukken te hebben hangen, die hij of zij nauwelijks meer aantrekt. Maar ook de goedkope hebbedingetjes vinden gretig aftrek. Kopen is voor veel mensen een belangrijke bezigheid en vaak ook een verslaving.

Zelf heb ik al een tijdje geleden besloten om minder nieuwe kleding te kopen - als het niet echt iets toevoegt, koop ik het niet, is tegenwoordig mijn motto - en eerst maar eens te genieten van de kleding die ik al in mijn kast heb hangen. Dat is vaak meer dan je denkt, zo blijkt. Ik ontdek weer jurken en truitjes die achterin waren beland en combineer die op allerlei creatieve manieren.  Vaak met veel plezier. Zelf merk ik dat ik er creatief en blijer van word net zoals met maaltijden bereiden trouwens. Ik probeer steeds vaker gerechten in elkaar te flansen met wat ik in huis heb – bijvoorbeeld elke week een vers biologisch groentepakket. Door deze slim en creatief te combineren met wat noten, kaas, peulvruchten en niet te vergeten  veel verse kruiden uit eigen tuin ontstaan er vaak de heerlijkste  combinaties. Ik verras mezelf af en toe en daar geniet ik dan dubbel van.

maandag 10 november 2014

Tuintjes delen


Nijmegen afficheert zich steeds meer als deelstad en dat klopt met de werkelijkheid, want een vrij grote groep is hier intensief mee bezig en ontplooit steeds nieuwe initiatieven op het gebied van geven, delen en ruilen. Onlangs was er nog een deeldag, waar mensen echt van alles met elkaar konden delen: van boeken, planten, kleding en keukenspullen tot de talenten, vaardigheden, workshops en adviezen van professionals. De meer dan fantastische, uitgebreide lunch van die dag was samengesteld uit alles wat winkeliers, marktkooplui en hotels over hadden. Zelf heb ik ook aan die dag deelgenomen en sommige mensen kunnen adviseren over hun schrijfstijl, aanbod of websitetekst. Maar het waren vooral ook inspirerende ontmoetingen.

Een nieuw initiatief van Nijmegen Deelstad is om al die tuintjes die eigenlijk niet gebruikt worden en andere braakliggende stukken grond, zoals  bijvoorbeeld grasveldjes rondom flats die liggen te verpieteren, door mensen te laten onderhouden en verbouwen die wel van tuinieren houden. Er is, als je goed om je heen kijkt, een overvloed van te benutten aarde en dat terwijl de wachtlijsten voor volkstuintjes uitpuilen. Er staan genoeg mensen te springen om als hobbytuinier aan de slag te kunnen gaan.

Dus wat ligt er meer voor de hand dan de vraag en aanbod op dit gebied via Nijmegen Deelstad met elkaar te verbinden. ‘We willen ervoor zorgen dat alle stukjes grond in Nijmegen groeien en bloeien’, zo stellen de initiatiefnemers. ‘Van iemands voor- of achtertuin  tot hele  terreinen voor stadslandbouw en alles wat daartussen ligt.’

Omdat het dan mooier en groener wordt, sommige mensen erg graag tuinieren, maar zelf geen tuin hebben. En tuinieren is ook nog eens gezond voor lichaam en geest.

De mensen die wel een tuin hebben, maar niet van tuinieren houden of er geen tijd voor hebben, kunnen een ander het tuinonderhoud laten doen. Dezen kunnen bijvoorbeeld in ruil daarvoor soms wat planten, fruit of groenten meenemen. Als er meer verbouwd wordt,  is er misschien ook meer voedsel uit te delen, zeker in de oogstmaanden, waarbij  tuiniers soms omkomen in de groenten en het fruit.  Bovendien zitten mensen die in de natuur bezig zijn vaak lekker in  hun vel. Buiten zijn en zelf verbouwen doet goed, kijk maar naar Maarten ’t Hart. 

maandag 20 oktober 2014

Slim hergebruik


Duurzame oplossingen en slim hergebruik van onze almaar toenemende berg afval is een groeiend fenomeen, dat op steeds meer plekken opduikt. Zowel door initiatieven van burgers  of wijken, maar ook door bedrijfjes en ondernemers. Een mooi voorbeeld van het laatste zijn Tiemen ter Hoeven en Mark Groot Wassink. Zij zetten Roetz-Bikes op, want Nederland is een fietsland bij uitstek. Maar veel van die fietsen worden achteloos bij het grof vuil gezet, maar ook nogal eens, als de oude brikkies het begeven, ergens achteloos achtergelaten. Vooral in de studentensteden een veel voorkomend fenomeen:  rondslingerende, afgetrapte  fietsen waar niemand zich meer om bekommert.  Jaarlijks sterven een miljoen fietsen zo’n roestende dood.

Dat moet anders kunnen, bedachten deze ondernemers en zij richten een bedrijfje  op - Roetz Bikes - waarbij ze zoveel mogelijk de afgedankte onderdelen van de fietsen hergebruiken om er nieuwe trendy stadsfietsen van te maken. Zo  worden het frame en de voorvork bijvoorbeeld  gebruikt als skelet voor een nieuwe Roetz-Bike; de afgedankte banden gaan naar een tassenmaker.  Tegelijkertijd proberen ze de nieuwe onderdelen die ze in hun fietsen zetten zoveel mogelijk uit natuurlijke materialen te laten bestaan, die af te breken zijn en niet onnodig het milieu belasten. Zo hebben de Roetz Bikes bijvoorbeeld beukenhouten spatborden, kurken handvatten en is het zadel van plantaardig gelooid leer gemaakt.  Materialen die ook te recyclen zijn en de fiets een stoer en degelijk uiterlijk geven.  

Maar om het mes aan twee kanten te laten snijden en ook in sociaal opzicht iets toe te voegen, laten ze de fietsen in enkele sociale werkplaatsen in elkaar zetten. Hierdoor krijgen mensen die een verre afstand tot de arbeidsmarkt hebben en over ’t algemeen nauwelijks aan de bak komen, een kans om een vak te leren en op den duur hun eigen brood te verdienen. Meerdere vliegen in één klap dus!

Je ziet het de laatste jaren  steeds vaker: nieuwe initiatieven, waarbij er op meerdere vlakken sociaal gedacht en gehandeld wordt. Door creatieve, slimme en  onverwachte verbindingen is er veel mogelijk, zo blijkt telkens weer. En het zijn vooral jonge ondernemers die deze nieuwe trend zetten.

zaterdag 4 oktober 2014

Kleine beetjes helpen


De bijen hebben het zwaar. Ik hoor het van diverse imkers uit mijn eigen omgeving, die het aantal bijenvolken in hun volkstuinen of wei achter het huis dramatisch zien teruglopen, maar ook wereldwijd wordt hier regelmatig de noodklok over geluid, want de bijensterfte is de afgelopen jaren verontrustend gestegen. Terwijl bijen van cruciaal belang zijn voor ons voedsel en de biodiversiteit.

De hoofdoorzaak is onduidelijk. Soms wordt de varaomijt als de grote boosdoener gezien, maar vaker  worden de in de landbouw gebruikte schadelijke pesticiden en dan met name de veelgebruikte neonicotinoiden als oorzaak genoemd. Hierdoor neemt het onkruid af en zijn er aanzienlijk minder bloemen in weilanden en bermen. Door de verstedelijking neemt dit alleen maar toe.  Bovendien zijn er steeds meer mensen die hun tuinen bestraten, want een tuin onderhouden kost tijd. Maar zelf in de tuin planten, schoffelen, spitten en wieden is  leuk en gezond. Het trekt bijen, hommels en andere kleine diertjes aan. En je hoeft niet meer naar de sportschool!

Een verontrustend verschijnsel die enorme afname van het aantal bijen, maar het mooie is dat dit tegelijkertijd ook nieuwe initiatieven oproept. Zo gaan steeds meer mensen zelf bijen houden in hun tuin, volkstuin of zelfs op het dak. Anderen zaaien op weilanden en velden  veel wilde bloemen. Sommigen gaan nog een stapje verder en proberen het behoud van de bijen te combineren met een maatschappelijke doelstelling. In Gelderland doen dat bijvoorbeeld Iriszorg en de Gelderse Natuur- en Milieufederatie. Zij leren verslaafden en daklozen om bijenkasten te maken, waarna dezen samen met een imker zorg dragen  voor de verzorging van de kasten en bijenvolken. Hierdoor slaan ze twee vliegen in één klap. Deze mensen hebben een zinvolle dagbesteding én er komen weer meer bijen in de regio.

Inmiddels is het project ook uitgebreid naar Arnhem en straks zullen er in heel Gelderland bijenkasten worden geplaatst.  Kleine, maar waardevolle initiatieven, vind ik.  

Zelf geniet ik deze dagen vreselijk van de vele bijen die er met name rond mijn herfstasters zwermen. Eigenlijk vind ik dit een vrij onaantrekkelijke plant, maar dit gezoem en gegons maakt een hoop goed.

dinsdag 16 september 2014

Een ventje dat doorzet


Ik schreef in een eerdere blog al over de 19-jarige Delftse student Boyan Slat, die een ingenieuze installatie  bedacht om de wereldzeeën te ontdoen van de enorme hoeveelheid plastic waarmee ze zijn vervuild.  We gebruiken jaarlijks  namelijk maar liefst 300 miljoen ton aan plastic en een deel ervan komt in zee terecht. Een kwalijke zaak en slecht voor al het leven in zee.

Dus besloot hij om zijn studie tijdelijk op te schorten en daar wat aan te gaan doen, want het meeste plastic blijkt zich vooral op vijf plaatsen ter wereld in cirkelvormige stromingen te verzamelen. Inmiddels, bijna een jaar later, werken hij en honderd anderen er vrijwillig aan om zijn oplossing te realiseren.  Dat lijkt me de juiste spirit! Je niet laten ontmoedigen door het feit dat alle bedrijven die hij benaderde om zijn oplossing mede te financieren nul op het rekest gaven. Geen enkel bedrijf wilde met hem in zee, omdat ze verwachtten dat zijn plan niet haalbaar was. Maar je vraagt je af of het de haalbaarheid was die hen tegenhield of hun eigen ego’s, want er werd nogal schamper over gedaan: zo’n ventje van 19 die denkt dat hij het plastic wel even kan opruimen.

Toch heeft dat ventje van 19 doorgezet. Zo heeft hij een jaar lang een haalbaarheidsonderzoek gedaan en zich met honderd andere medewerkers vrijwillig ingezet om het idee verder uit te werken. Het geld dat hij daarvoor nodig had - zo’n twee miljoen dollar -  heeft hij door middel van crowdfunding  opgehaald. Ook dat is weer zo’n eigentijdse, nieuwe vorm om idealen te realiseren en gelukkig zijn er genoeg mensen die daarvoor warm kunnen lopen. Dat geld zal hij trouwens hard nodig hebben, want voorlopig verwacht  hij nog zo’n drie jaar bezig te zijn om zijn idee te ontwikkelen. Vervolgens zal het opruimen van het plastic zeker zo’n tien jaar in beslag gaan nemen. Toch geeft hij niet op!

 

In feite is Boyan Slat behalve slim en voortvarend vooral ook een buitenstaander met een open blik, die ergens voor durft te gaan. Hij laat zich niet door allerlei mitsen en maren tegenhouden, maar trekt z’n eigen plan. Niet om er rijk van te worden, maar om zijn kennis en kwaliteiten te delen en te bundelen en zo de wereld een beetje beter te maken.

zaterdag 30 augustus 2014

Gezond & duurzaam


Qua voeding is er de laatste tijd ‘t nodige aan het veranderen. Werd er lang nogal badinerend gedaan over mensen die met duurzaam, onbewerkt, biologisch of zelfs biologisch dynamisch voedsel bezig waren - dat laatste was helemaal het summum van truttigheid - tegenwoordig kun je haast geen krant of tijdschrift meer openslaan of er  staat wel iets in over voeding: gezonde voeding, ouderwetse groenten die weer helemaal in zijn, onbespoten  groenten, superfoods, smoothies.

Veel mensen zijn gaan nadenken over ons merendeels industrieel geproduceerde voedsel met al zijn toevoegingen om het op smaak te brengen en goed te houden. Vooral ook de grote hoeveelheid zout daarin is bepaald niet goed voor ons. Maar nu lijkt er een soort tegenbeweging op gang gekomen. Zo kopte het dagblad Trouw onlangs dat bijna alle Nederlanders wel iets bijdragen aan het duurzamer maken van de voedselketen. Sommigen, omdat ze zelf een deel van hun voedsel produceren door bijvoorbeeld een moestuin of daktuin te beginnen of in de stadslandbouw actief te zijn, al is die laatste groep nog maar klein. Het initiatief is  echter veelbelovend.

Ook gooien mensen minder voedsel weg. Met de restjes die overblijven wordt vaker iets creatiefs gedaan. Zo delen of ruilen mensen groente en fruit met elkaar. Door de sociale media is dat veel gemakkelijker geworden. Er is zelfs een Facebookgroep voor.

Verder zie je in diverse grote steden van ons land, maar ook in de rest van Europa steeds vaker initiatieven van koks om van allerlei onnodig weggegooid vers voedsel soepen en curry’s te maken, die vervolgens met smaak door de stadsbewoners worden opgegeten. Soms ook wordt het eten naar de voedselbank gebracht.

Zelf deel ik ook al zo’n tien jaar een biologisch groentepakket met een buurman. Mede vanuit het oogpunt dat het anders soms te veel is en je snel groenten weggooit. Bovendien  maakt het de variatie in wat je eet veel groter. Ik kan ’t iedereen aanbevelen, want het is ook niet duur.   

Maar de superfoods zijn wel een echte hype, die vooral veel geld in het laatje brengen.
Ja chiazaad, pure chocola en gojibessen zijn gezond. Maar in feite gaat het om natuurlijke en vaak onbewerkte voedingsmiddelen, die biologisch of in het wild zijn geteeld. Is het niet beter om die gewoon als gezond te  beschouwen in plaats van er een duur label met dito prijs aan te hangen?

Brandnetel, rode bieten en boerenkool van eigen bodem zijn ook erg gezond en goedkoop.   

 

maandag 11 augustus 2014

Simpele oplossingen en initiatieven




De laatste tijd valt het me steeds meer op: allerlei simpele en vaak slimme oplossingen en initiatieven die mensen zelf nemen of  bedenken, omdat de omgeving, duurzaamheid of de ander hen ter harte gaat.
Zo iemand is bijvoorbeeld Damiaan Messing. Hij kwam mede als begeleider van pelgrimstochten regelmatig op de vele strandjes aan de Waal die er in de buurt van Nijmegen zijn. Deze strandjes zijn erg in trek en worden zeker in de zomermaanden druk bezocht. Maar tot zijn ontsteltenis zag hij dat mensen hier nogal wat vuilnis en afval laten rondslingeren ondanks dat de gemeente er inmiddels ook afvalbakken heeft geplaatst. Die nogal eens uitpuilen - dat moet gezegd.  Maar dan nog zou je denken dat mensen op z’n minst hun eigen afval meenemen. Nee dus. Daarom bedacht hij het initiatief: Schoon de Waal op. Via een intekenlijst op internet roept hij mensen op om af en toe een uurtje de rommel mee te komen opruimen, zodat de strandjes er weer schoon bij liggen. Bovendien doe je het dan gezamenlijk; dat gaat niet alleen sneller, maar kan ook gezellig zijn en verbindend werken. En een goed voorbeeld doet vaak goed volgen.

In Oss zag ik ook een aparte combinatie: op een lange, doorgaande weg waren er op regelmatige afstand kunstwerken geplaatst in de vorm van bomen met weidse takken vol bladeren, waarop zonnepanelen waren geplaatst. Ook een slimme en creatieve manier om meerdere dingen met elkaar te verbinden: verfraaiing van een op zich lelijke weg met kunst en duurzaamheid en misschien ook wel kostenverlagend voor het onderhoud van de weg.

Je passie volgen leidt ook nogal eens tot verbindende activiteiten of initiatieven, die soms gratis zijn, omdat men er zelf zo veel plezier aan beleeft. Zo geeft de danser Mimo Argam al jaren latin-dans lessen in Amsterdam. Omdat hij vaak in het Vondelpark oefende en mensen daar zo van genoten, liet hij hen gratis meedoen aan deze salsalessen. Gewoon omdat hij zo van deze dans houdt en anderen wil laten meegenieten van zijn passie. Ook nu nog kunnen mensen op donderdagavond gewoon gratis mee dansen, zij het dat het tegenwoordig op het Westergasterrein gebeurt.

En als ik mijn ogen en oren goed open houd, kom ik de komende week waarschijnlijk  meer van dit soort initiatieven tegen, want ze hangen in de lucht!

zaterdag 26 juli 2014

Wie deelt heeft meer



Wie deelt, heeft meer - en niet minder, zoals we vroeger nog weleens dachten -  was de kop op de voorpagina van de stadskrant die ik  onlangs onder ogen kreeg. Een mooie en toepasselijke kop, die kort en krachtig een van de belangrijkste tendensen  van deze tijd weergeeft en inmiddels tot in allerlei hoeken en gaten van onze samenleving lijkt door te dringen. 

En mensen worden hier ook steeds creatiever in, zo blijkt. Zo was er in Berg en Dal bijvoorbeeld iemand die in zijn achtertuin een traditioneel gebouwde leemoven heeft staan, waarin hij z’n eigen brood bakt. Buurtgenoten leken daarin wel geïnteresseerd, dus nodigde hij hen uit om een keer van deze oven bij hem in de tuin gebruik te komen maken. Die animo bleek er te zijn, want  in no time kwamen er al zo’n 25 buurtbewoners op af. Sommigen om inderdaad eens op deze traditionele manier een brood te bakken, anderen ook om gezellig samen wat te eten en te drinken. Delen levert sociale contacten op, zo blijkt elke keer weer. Het is voor velen een van de redenen om aan het delen, geven en ruilen mee te doen.  
Andere redenen zijn, zo blijkt uit een klein onderzoekje dat ik onlangs gehouden heb voor het blad Volzin: het is fijn om een ander te helpen, om gewaardeerd te worden en de buurt beter te leren kennen. Maar ook duurzaamheid, geld besparen  en de impact op het milieu willen verminderen spelen een rol. Online platforms die het lenen, delen en ruilen van diensten mogelijk maken schieten dan ook als paddenstoelen uit de grond. 

Een ander fenomeen dat ik mijn stad steeds vaker zie, is een kastje voor in de tuin of een kistje aan de boom gespijkerd, waarin een aantal boeken staat die mensen kunnen  ruilen, lenen of achterlaten. Zo simpel kan het dus zijn. 

Ken jij ook nog originele initiatieven op het gebied van delen, ruilen of lenen?
Laat me dat dan door middel van een berichtje op mijn blog weten, want goede voorbeelden doen goed volgen en ik breng er graag verslag van uit.


zondag 13 juli 2014

Genoeg



Een van de bladen die ik altijd met veel plezier op mijn deurmat zie liggen, is het tijdschrift Genoeg. Ooit begonnen als de Vrekkenkrant heeft het een paar metamorfoses ondergaan en is het nu een kleurrijk en mooi vormgegeven blad met daarin vele artikelen, ideeën en tips hoe je eenvoudig kunt leven. Het mist de niksigheid en de nadruk op bekende Nederlanders, zoals veel andere bladen en met name glossys die kennen, maar gaat vrolijk z’n eigen gang en komt elke keer weer met originele invalshoeken en ideeën hoe je van het leven iets kunt maken door minder te consumeren en minder te werken. Minder verdienen maakt creatief, zo blijkt elke keer weer. Het leidt soms tot verrassende en leuke oplossingen, vrolijk besparen en creatief ruilen en delen. 

Van simpele huishoud- en schoonmaaktips tot hoe je zelf een vogelkastje kunt bouwen, compost kunt maken, zelf een fietsband kunt plakken, minder verzekeringen kunt afsluiten - we zijn bijna allemaal oververzekerd, zo blijkt -  tot een minicursus EHBO of wat je nog allemaal kunt doen met etenswaren die over de datum heen zijn. Het komt allemaal op een positieve manier aan bod.
Uiteraard is dat  over de datum heen zijn arbitrair, want de grote voedingsconcerns zien liever dat we ons eten te snel weggooien dan te lang bewaren. Dat levert hen immers weer geld op. De teneur van het blad neigt echter nooit naar het laatste, naar het negatieve. 

Integendeel, het is optimistisch van toon en laat zien op hoeveel simpele manieren je je leven kunt veraangenamen zonder amechtig van het harde werken op de bank te hoeven zitten.  Zo is een van de laatste thema’s: de kunst van het nietsdoen. Het dolce far niente, zoals de Italianen zo mooi zeggen. Inderdaad, daar kun je je zo aan opladen en bovendien brengt het vaak verrassende momenten, inzichten en contacten, bijvoorbeeld wanneer je op een bankje zit, noch los van de ontspanning die het geeft.

Dingen die over de datum zijn gewoon opeten of gebruiken doe ik zelf trouwens al jaren. Wel ruik ik er dan eerst goed aan, ik bekijk  en betast de structuur en als ik het vertrouw, eet ik het op. Nog nooit ziek of misselijk van geworden.

dinsdag 17 juni 2014

Plastic soep



Een hoopvol teken van de andere tijd waarin we leven, vind ik veel jongeren die vaak op een andere, meer open manier handelen en opereren dan de oude garde gewend is, bij wie het eigenbelang  en gesjoemel vaak vooropstaat, zoals ook weer blijkt uit de snoepreisjes waarop de heren van de Nederlandse Zorg Autoriteit zich uitgebreid trakteerden of de  enorme bonussen die de ‘topmannen’ van de woningbouwverenigingen zichzelf gaven.  

Neem bijvoorbeeld de 19-jarige Delftse student Boyan Slat, die een even simpele als ingenieuze installatie  bedacht om de wereldzeeën te ontdoen van de enorme hoeveelheid plastic waarmee ze zijn vervuild. Het idee hiervoor bedacht hij nota bene al voor zijn profielwerkstuk op de middelbare school. Inmiddels heeft hij een team van honderd mensen die zijn idee mee helpen verwezenlijken en probeert hij via crowdfunding het nodige geld hiervoor op te halen. 
Kortweg gezegd  bedacht hij een installatie die uit drijvende armen bestaat van zo’n 100 km. lang en 3 meter hoog. Door die op bepaalde strategische plekken aan de zeebodem vast te maken, wordt het gros van het plastic door de zeestroming als het ware vanzelf naar het punt van de V getrokken. Daar wordt het omhoog gepompt & opgeslagen en eens in de maand haalt een tanker het op. Het is een inventief systeem, waarmee hij  in vijf jaar tijd zeven ton plastic uit de oceanen hoopt te vissen. 
En hoe kwam hij hiertoe? Omdat hij zelf graag dook en schrok van het feit dat hij onder water meer plastic dan vissen aantrof. Dus heeft hij z’n studie eraan gegeven en is met zijn idee aan de slag gegaan. Door kennis, creativiteit, samenwerking en crowd-funding probeert hij zijn idee nu te realiseren.  

De kritiek van sommigen hierop is: och, dat gaat ‘m toch niet lukken en we zullen vooral ook zelf minder plastic moeten gaan gebruiken. Dat laatste is absoluut een feit, maar het is tegelijkertijd  zo negatief! Ik vind de hele aanpak van deze jongen van zo’n bevlogenheid  getuigen dat ik daar helemaal blij van word. Zo doken, toen hij zijn Tedx- talk over zijn uitvinding had gehouden, de media uit de hele wereld op zijn verhaal. Hij ging echter op geen enkele interviewvraag in, want hij moest eerst zijn wetenschappelijke data zien rond te krijgen. Als dat niet van de juiste spirit getuigt…