Slowbalisering Ik vind het een mooie term om het nieuwe jaar mee te beginnen.
De term is overigens niet van mij afkomstig, maar van trendwatcher Adjedj Bakas, die daarmee wil aangeven dat in de komende tijd veel een tandje langzamer zal gaan. Het alsmaar meer, meer en groter en het liefst de hele wereld willen veroveren, de tijd van globalisering, van mega-ondernemingen en voortdurende expansie is voorbij. Of liever gezegd: deze loopt op zijn laatste benen.
Daarvoor in de plaats is er een hang gekomen naar kleinschaligheid, naar lokale initiatieven waarin men samenwerkt of elkaar versterkt, naar de eigen mogelijkheden ontdekken en zelf met een goed idee aan de slag gaan. Zo worden er steeds meer kleine, lokale bedrijfjes opgezet, waarbij men het nogal eens belangrijk vindt dat deze goed zijn voor mens, dier en de aarde. Maar ook de deel- ruil- en leenplatforms als Peerby, Airnb, Auto delen en Thuis afgehaald tieren welig. Al weet de overheid hier nog niet zo goed raad mee en ziet men deze aanvankelijk vooral als concurrentievervalsing.
Wat ook een grote vlucht heeft genomen is het zelf verbouwen van groenten en fruit, al of niet samen met anderen of door middel van een gezamenlijk initiatief in de buurt. Daar lijkt inmiddels half Nederland mee bezig. Behalve dat je hierdoor minder met pesticiden en gesjoemel met voedsel te maken hebt, is een andere reden dat men weer meer verbonden wil zijn met de eigen streek of buurt. Behalve dat het leuk is om die te leren kennen, weet je dan tenminste ook met wie of wat je te maken hebt.
Dergelijke ontwikkelingen zijn te zien als een reactie op de almaar voortdurende schaalvergroting van de afgelopen jaren en van de vele voedselschandalen die hebben plaatsgevonden.
En natuurlijk hebben internet en alle moderne media hier ook mee te maken. Hierdoor kunnen mensen elkaar zowel online als offline veel sneller vinden. Ook kan men hierdoor veel gemakkelijker zelfstandig zijn of haar eigen weg vinden en zich verbinden met initiatieven en mogelijkheden, die men waardevol vindt. Er is een inmiddels groeiende groep die deze tijdgeest goed aanvoelt of hier mede zelf vorm aan geeft.
De andere kant van de medaille is dat er economisch waarschijnlijk een periode van krimp en stagnatie zal komen. Dat is niet gemakkelijk en zal voor velen waarschijnlijk ook pijnlijke gevolgen hebben, maar het biedt tevens de mogelijkheid om tot een menselijker maat te komen.
'Klein wordt het nieuw groot', wordt weleens gezegd. En eigenlijk zie je dat in meer of mindere mate ook al gebeuren. De kleinschalige initiatieven, bedrijfjes en winkels nemen toe, de landwinkels en boerenmarkten die streekprodukten verkopen worden druk bezocht, terwijl de grote ketens en warenhuizen in zwaar weer verkeren om maar eens een voorbeeld te noemen.
Slowbalisering, een lager tempo en meer aandacht voor wat dichtbij en voorhanden is. Het zal even wennen zijn, maar ik probeer er zelf al meer naar te leven en er ook van te genieten. Dat lukt me trouwens niet altijd even goed, hoor. Zeker, omdat mijn werk behoorlijk is afgenomen. Maar zeg nu zelf: er zijn toch veel te veel tijdschriften. Ook daar kan een tandje minder geen kwaad.
dinsdag 29 december 2015
dinsdag 8 december 2015
De rituele dans van de zorgverzekeraars
In deze
omvormings- en transitietijd verandert er veel en starten nogal wat mensen
eigen initiatieven. In plaats van afhankelijk te zijn van de overheid en de
politiek of te wachten tot deze met een nieuwe aanpak of visie komt, gaan mensen zelf aan het veranderen en pionieren, vaak op die terreinen waarop ze al
actief zijn.
Een mooi voorbeeld daarvan is Buurtzorg, dat al een aantal jaar prima functioneert en waarbij de teams van verpleegkundigen geheel zelfstandig werken en daardoor veel dichter bij de cliënten staan en mede daardoor beter kunnen inschatten en aanvoelen wat deze werkelijk aan zorg nodig hebben. Buurtzorg is een groot succes en wordt zowel door de zorgontvangers als zorggevers erg gewaardeerd. Reden waarom de initiatiefnemer daarvan, Jos de Blok, nu met het initiatief komt voor één polis, waarin patiënten een belangrijke stem en grote keuzevrijheid krijgen.
Een mooi voorbeeld daarvan is Buurtzorg, dat al een aantal jaar prima functioneert en waarbij de teams van verpleegkundigen geheel zelfstandig werken en daardoor veel dichter bij de cliënten staan en mede daardoor beter kunnen inschatten en aanvoelen wat deze werkelijk aan zorg nodig hebben. Buurtzorg is een groot succes en wordt zowel door de zorgontvangers als zorggevers erg gewaardeerd. Reden waarom de initiatiefnemer daarvan, Jos de Blok, nu met het initiatief komt voor één polis, waarin patiënten een belangrijke stem en grote keuzevrijheid krijgen.
De rituele
dans die de zorgverzekeraars elk einde van het
jaar weer maken door eindeloos reclame te maken voor hun polis, terwijl
ze onderling nauwelijks verschillen, kan daardoor ook komen te vervallen. Ik
erger me in ieder geval altijd groen en geel aan dat ondoorzichtige oerwoud van
allerlei vage beloftes en toezeggingen. Terwijl het er in de praktijk vooral op neerkomt dat als er meer toeters en bellen te vergeven zijn, daarvoor ook betaald moet worden. In die zin is het lood om oud ijzer. En hoeveel geld spenderen
al die ziektekostenverzekeraars wel niet aan die hele hausse aan reclame,
waarbij het nauwelijks om werkelijke verschillen gaat. De patiënt of cliënt wordt er in ieder geval geen spat beter van. Sterker nog, deze
ziet door de bomen het bos niet meer, want de verschillen zijn minimaal, maar
kunnen voor de individuele patiënt grote
gevolgen hebben, omdat deze opeens
- als het erop aankomt - voor een
bepaalde ingreep of arts niet verzekerd blijkt te zijn. Dat moet
beter kunnen, dacht Jos de Blok: namelijk één polis voor iedereen voor
hetzelfde bedrag en met meer keuzevrijheid voor de cliënt. Voordeel voor de
zorgverleners is dat ze hierdoor minder last hebben van de enorme
papierwinkel die met al die verschillende zorgverzekeraars gepaard gaat en ze
weer aan hun kerntaak toekomen: het verlenen van zorg. De bedoeling is dat deze
nieuwe zorgverzekering in 2017 ingaat.
Mooi is dat
ook hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans en econoom Marcel Canoy zich
hieraan verbonden hebben om deze nieuwe opzet werkelijk mogelijk te maken. Dat
soort dwarsverbanden zijn nodig om wezenlijke veranderingen te bewerkstelligen.
woensdag 11 november 2015
Weet wat je eet
Over voeding
is de laatste tijd een hoop te doen. Ook in allerlei boeken en tijdschriften krijgt het volop aandacht. Vorige week nog
kreeg ik een vuistdik boek op mijn bureau met de titel ‘Weet wat je eet. Gezond
eten op basis van de oudste kennis en de nieuwste wetenschap’. Daarin staat bijvoorbeeld
dat je minder zout moet eten en dat kun je bijvoorbeeld doen door minder brood te eten, want daar zit relatief
veel jodium in. Maar aan de andere kant wordt er gewaarschuwd dat te weinig
zout ook schadelijk zou zijn. Tsja.. en zo hoor je dat over tal van
voedingsmiddelen en producten. Suiker,
tarwe, eieren, in de verkeerde olie bakken en braden, het is allemaal veel
schadelijker dan gedacht. Eerlijk gezegd zie ik door de bomen soms het bos niet meer. Ook de hippe
smoothies zouden vanwege het hoge suikergehalte helemaal niet zo gezond zijn.
En de in zwang geraakte kokosolie ondanks alle goede eigenschappen toch veel te
vet, ook al gaat het daarbij om de goede vetten. Kom daar nog maar eens
uit.
Zelf houd ik
er een paar niet al te strenge regels op na, want sommige dingen zijn inmiddels
wel duidelijk. We eten over ’t algemeen veel te weinig groente. Vooral groene
groenten zijn erg gezond en zouden dagelijks op ons bord moeten liggen. En dan
niet steeds weer sla of spinazie, maar ook andijvie, postelein, boerenkool,
broccoli, groene kool en snijbiet. Zijn ze van biologische afkomst dan is dat
een pre, want deze zijn niet alleen onbespoten, maar bevatten ook meer
mineralen en vitamines. Het is een van de redenen waarom ik inmiddels al zo’n
25 jaar een biologisch groentepakket heb.
Vergeet ook
de groene kruiden niet. Rozemarijn, tijm, peterselie, basilicum, salie,
koriander, te veel om op te noemen. Kruiden hebben sowieso allemaal een eigen
geneeskrachtige werking. Ik heb een rubriek hierover in het tijdschrift Cashew Stadstuinieren en het
verbaast me elke keer weer hoeveel heilzame stoffen ze bevatten. Een reden te
meer om ze rijkelijk te gebruiken. Bovendien kunnen ze, wanneer je er kwistig mee durft te zijn, echt een boost aan een gerecht
geven, waardoor je zoiets als vlees bijna niet mist.
Vlees, ik gebruik
het wel, maar in geringe mate en als het even kan liefst van biologische
kwaliteit, omdat dat minder smaak- en kleurstoffen bevat, de koeien of runderen
minder hormonen en niet al bij voorbaat antibiotica krijgen toegediend. Vette
vis, zoals paling, zalm en makreel, staat wel regelmatig op het menu.
Verder ben
ik zelf een fervent waterdrinker, ook uit de kraan. Het lest de dorst, is fris
en in Nederland van behoorlijk goede kwaliteit. Al die drankjes en sapjes, hoe
lekker ook, bevatten toch veel suikers en zuren.
zaterdag 31 oktober 2015
Het nieuwe vermenigvuldigen
Je hoort het
mensen steeds vaker zeggen, zeker in de alternatieve hoek van de maatschappij
of misschien beter gezegd in dat deel van de maatschappij dat niet mainstream
is: delen is het nieuwe vermenigvuldigen. Ik blijf het een heel toepasselijke
en mooie slogan vinden, omdat deze de lading van de nieuwe eigentijdse manieren
van ondernemen, samenwerken en onderling ruilen of delen goed dekt. Door verder te kijken dan je
eigen neus lang is en niet alleen gericht te zijn op het economische belang van
je eigen bezigheden of toko kom je in een heel ander vaarwater terecht en
ontstaat er bijna als vanzelf meer verbinding met anderen. Het zijn juist de vanzelfsprekende
uitwisseling en open ontmoetingen die bijna als vanzelf weer tot nieuwe
initiatieven leiden, zo leert de ervaring. En het zal niemand verbazen dat dat
nogal eens via de nieuwe media en internet gaat.
Het mag dan
‘hot’ zijn, in feite is het ook een beetje wijn in nieuwe zakken, want delen is
in principe van alle tijden en van alle culturen. Zeker in de
niet-Europese en wat armere economieën
bestaat er nog volop een deeleconomie.
Dat je jezelf in leven houdt door te
ruilen, delen en handelen met anderen hoort er als vanzelf bij. Men weet
eigenlijk niet beter. Wij in het westen moeten dat echter weer opnieuw leren,
omdat we er zo vandaan zijn gegroeid en concurrentie ons als het ware met de
paplepel is in gegeven.
De belangrijkste
component van delen en ruilen is dat het gebaseerd is op vertrouwen. Als dat er
niet is, komt de stroom niet op gang. Vaak denken wij hier in het westen: als
ik mijn kennis, vaardigheden en expertise zomaar aan anderen ter beschikking
stel, dan pikken ze mijn ideeën, werk of expertise. Vaak ligt de angst op de
loer dat je door te delen zelf minder zult krijgen. Niets is echter minder waar
dan dat. In de praktijk blijkt eerder het tegendeel het geval te zijn. Er komt
juist meer naar je toe. Met name het
uitwisselen van ideeën, ervaringen en inspiratie heeft veel positieve effecten
en leidt ertoe dat je je horizon en kijk verbreedt. En daarmee vaak ook je vaardigheden, expertise
of handel.
Een beetje
in de trant van: twee weten meer dan een, zoals men vroeger al zei.
zaterdag 10 oktober 2015
Het oude werkt niet meer
Gisteren was
de dag van de duurzaamheid, waarop er weer allerlei nieuwe initiatieven werden
gepresenteerd die onze maatschappij duurzamer, zuiniger en minder afhankelijk
van energie moeten maken. Voorwaar nog
een hele klus. Maar er zijn nogal wat mensen die creatieve ideeën hierover hebben en er eigentijdse oplossingen voor
bedenken. Want, daar is men het wel over eens, het oude werkt niet meer en loopt
op z’n laatste benen, dus moeten er oplossingen uit een heel andere hoek worden
gezocht en gevonden.
Gelukkig
zijn er veel en met name jonge mensen, ondernemers en kunstenaars die hiermee
op een creatieve en inventieve manier aan de slag gaan. Iets wat mij altijd
weer fascineert en blij maakt. Eerder schreef ik al over Boyan Slat, de student
die een installatie bedacht om het vele plastic dat in onze oceanen ronddrijft
op te zuigen en af te voeren. Aanvankelijk werd zijn idee afgedaan als onmogelijk of weliswaar leuk bedacht, maar
niet uitvoerbaar. Inmiddels heeft hij al heel wat stappen gezet om het voor
elkaar te krijgen.
Interessant
op dit gebied is ook de pionier, kunstenaar en ontwerper Daan Roosegaarde. Voor
hem is het een uitgemaakte zaak: het oude systeem voldoet niet meer en is aan
het crashen. Dat is aan de ene kant natuurlijk beangstigend, maar
tegelijkertijd ook hoopgevend, omdat het
nieuwe kansen biedt. Maar daarvoor is
het - in zijn woorden - wel nodig dat we onszelf als maker beschouwen en ons als netwerkers en pioniers
gedragen.
Zelf is hij
daar een treffend voorbeeld van. Zo heeft hij de ‘Smart Highway’ bedacht,
waarbij hij lichtgevende lijnen op het asfalt heeft aangebracht. Overdag laden
deze zich op aan het zonlicht en ’s nachts in het donker geven ze deze weer af.
Door deze Glowing Lines hoeven er dus geen
lantaarnpalen te branden. Bovendien ziet het er ook nog eens heel mooi uit.
Binnenkort gaat hij deze techniek ook op de Afsluitdijk toepassen. In Nuenen
heeft hij het van Gogh- fietspad gerealiseerd, waarop ’s nachts van Gogh’s
sterrennacht oplicht. Niet alleen handig, maar ook nog eens beeldschoon.
Mooi hoe hij
kunst, schoonheid en duurzaamheid combineert en daarbij ook het belang van
anderen in het oog houdt. Zo heeft hij de zonnelampjes bedacht, de zogenaamde
‘WakaWaka’s’ die heel licht zijn en met een zonnecel worden opgeladen. In het
Westen worden deze gewoon verkocht, in de landen van het Midden-Oosten
weggegeven.
Zijn motto:
we moeten niet minder doen of van alles laten, maar vooral meer doen en
innoveren.
maandag 28 september 2015
Eetmee Maaltijden
Hoewel alleen eten soms handig kan zijn, mede omdat het snel
even tussendoor kan gebeuren, gezellig is het meestal niet. Eten is bij uitstek
een sociale aangelegenheid, waarbij naast het gezamenlijke eten - en soms ook koken - de ontmoeting centraal staat.
Je ziet elkaar, als het goed is, in alle
rust en kunt bijpraten over wat er die dag al of niet is gebeurd en uitwisselen
wat je bezighoudt. Het is voor velen het moment van de dag om samen te zijn en van het eten te
genieten. Al gaat het er in veel gezinnen waarschijnlijk ook een stuk drukker
aan toe. Dat geldt zeker voor gezinnen
met jonge kinderen. Voor hen is het avondeten vaak spitstijd met alle onrust
die daarbij hoort.
Over ’t algemeen eten de meeste mensen niet graag alleen, de
echte diehards daargelaten. Maar omdat
er anno 2015 veel meer alleengaande mensen zijn, is dat voor velen vaak wel een
probleem. Ze missen op z’n minst de
aanspraak. Vandaar dat er op diverse plekken in het land zogenaamde ‘Eetmee maaltijden’ worden georganiseerd,
zoals in Utrecht, de Bilt en Twente om een paar voorbeelden te noemen. Die zijn
een succes. In Twente bijvoorbeeld blijken maandelijks ruim driehonderd mensen mee te eten. Men vindt dat
gezamenlijk eten mede zo fijn, omdat het tot eerlijke gesprekken en verrassende
ontmoetingen leidt en soms zelfs tot
nieuwe vriendschappen of andere buurtinitiatieven.
Het gaat bij ‘Eetmee’ niet om culinaire hoogstandjes of topkoks,
maar om samen eten en het feit dat men anderen ontmoet. De nadruk ligt op gezonde
en betaalbare maaltijden met veel verse producten, die door vrijwilligers
worden bereid en uitgeserveerd. Al zijn er wel professionele koks die hun diensten gratis aanbieden, omdat ze het
een mooi initiatief vinden. Behalve dat het gezellig is, stimuleert het de
betrokkenheid bij elkaar. Zelfs in die mate dat daaruit soms weer andere
gezamenlijke initiatieven voortkomen en dat komt de cohesie in de wijk of het dorp
weer ten goede. Het is een mooi
voorbeeld, vind ik, hoe mensen elkaar steeds gemakkelijker weten te vinden om
hun leven te veraangenamen of gezamenlijke nieuwe initiatieven te ontplooien. En
in het digitale tijdperk krijgen deze vaak
ook snel navolging. Wat op de ene plek is bedacht wordt al snel
elders opgepikt al dan niet van een net andere insteek voorzien. Een goede ontwikkeling,
vind ik.
woensdag 2 september 2015
Duurzaam eten. Hoe doe je dat?
Je kunt hier
moeilijk of gemakkelijk over doen. Het eerste betekent dat je overal heel
precies in bent en duurzaamheid bijna als een nieuw geloof ziet met zeer
strikte regels. Een soort heilig geloof dat het op één manier en vooral ook
heel consequent moet. Als je dat wil, prima natuurlijk, maar je kunt het jezelf
ook gemakkelijker maken door een aantal principes proberen na te streven en
deze als een goed uitgangspunt te zien om tot een steeds gezondere en duurzamere manier van eten te
komen. Hieronder geef ik er een aantal.
- Probeer zoveel mogelijk lokale ingrediënten te gebruiken en dan met name groenten en fruit. Wekelijks een groentepakket uit de buurt, dat wordt thuisbezorgd - bij mij tegenwoordig zelfs per bakfiets - is een grote hulp. Ik kan het iedereen aanraden. Er komen steeds meer groente & fruitpakketten op de markt.
- Eet volgens de seizoenen, dus geen aardbeien in de winter of spruitjes in de zomer.
- Eet minder vlees en vis. Heb je daar toch regelmatig behoefte aan, neem dan duurzaam of biologisch vlees. Om toch voldoende eiwitten binnen te krijgen kun je vaker bonen, erwten, linzen, noten, pitten en zaden eten. Lekker en voedzaam en je kunt er eindeloos mee variëren.
- Eet zoveel mogelijk biologisch, het aanbod hierin wordt ook in de supermarkt steeds groter: van koffie en thee tot vlees, brood, chocola, spaghetti en groenten.
- Koop vaker eerlijke producten, bijvoorbeeld van Fair Trade of Ekoplaza.
- Deel of ruil je eten met buurtgenoten, zodat je minder weggooit.
- Kook liefst zo weinig mogelijk bewerkt voedsel uit blik, potjes of pakjes en maak zo min mogelijk gebruik van kant- en klaar producten. Het grappige is dat je dit na verloop van tijd vanzelf niet meer doet, omdat het niet kan tippen aan de verse producten.
- Vraag je af of er voor de productie van je eten veel of weinig energie of water nodig is? En van hoe ver het komt? Stem je keuze daarop af.
- Probeer zo min mogelijk eten weg te gooien. Vaak is er met de restjes nog wel iets lekkers te maken. Hoe vaker je dat doet, hoe creatiever je wordt en een goed gevulde groentesoep is vrijwel altijd lekker.
- Gebruik geen flesjes mineraalwater. Dat is nergens voor nodig, want de kwaliteit van het Nederlandse water is goed.
maandag 17 augustus 2015
Out of the box denken
Ik schreef
eerder al een blog over de Delftse student Boyan Slat, die een revolutionair
plan bedacht om de enorme berg plastic
afval die in onze oceanen ronddrijft op te ruimen. Op grond van een profielwerkstuk op school
was hij daartoe gekomen.
Aanvankelijk
werd er een beetje schamper over gedaan, hoe haalde zo’n jong ventje het in
zijn hoofd om te denken dat hij dat grote probleem even ging verhelpen. Maar
hij trok zich van die kritiek niets aan, zette zijn studie voorlopig op een
dood spoor en besloot niet alleen om
zijn idee te gaan uitwerken, maar ook fondsen te gaan werven om het uit te
kunnen voeren. Dat heeft geleid tot een installatie met kilometerslange
drijvende armen waarmee het plastic uit de zee moet worden gevist. Door middel
van crowdfunding heeft hij zelfs een hele organisatie opgezet om dit doel te
bereiken: The Ocean Cleanup. Maar naast medewerkers zijn er vooral veel
vrijwilligers betrokken bij het project, want om geld gaat het hem absoluut niet.
Inmiddels is
hij alweer een stap verder. Om de omvang van de vervuiling nauwgezet vast te kunnen
leggen en te meten gaat een dertigtal
schepen de komende maand de Stille Oceaan op en wel naar de plek waar het afval
zich door de cirkelvormige zeestroming vooral heeft verzameld, door hem The
Great Pacific Garbage Patch genoemd. Middels
een app kunnen ze de grote stukken tellen en registreren.
Zo
inspirerend hoe hij laat zien dat je echt iets kunt bereiken als je bereid bent
om uit de box te denken en vanuit kennis en betrokkenheid gewoon aan de slag
gaat om een moeilijk probleem te tackelen. De kritiek die hij krijgt: zijn
plannen zouden onhaalbaar zijn en de plasticvervuiling zou hiermee niet aan de bron worden
aangepakt, weet hij tot nu toe aardig te pareren. Dat laatste is uiteraard een
feit, maar hij kan niet alles tegelijk. Verder probeert hij op een slimme
manier de kosten zo laag mogelijk te houden. Zo heeft hij bijvoorbeeld de
deelnemers van een zeilrace in dat gebied die toch terug moeten naar hun
thuishaven in de VS gevraagd om aan het onderzoek mee te werken.
Dit is op ’t
moment nog het enige waarmee hij bezig is, aan afstuderen komt hij niet eens
toe, maar hij kan zich niets leukers voorstellen dan dingen maken die zin
hebben en iets positiefs bijdragen. Dat zouden meer mensen moeten doen, zoals
de bekende slogan luidt.
Ik word in
ieder geval erg blij van zoveel inventiviteit, positivisme en daadkracht.
donderdag 30 juli 2015
Het alfabet van de nieuwe economie
De nieuwe economie is een van mijn favoriete
onderwerpen in mijn blog, omdat ik het zo’n noodzakelijke, maar vooral ook
positieve en optimistische beweging vind, waarin mensen naar eigentijdse vormen van verbinding en
samenwerking zoeken. Waarin men niet op de politiek of de overheid gaat zitten wachten,
maar vooral vanuit de eigen visie en gedrevenheid aanpakt en aan de slag gaat.
En dat laatste ’t liefst op een creatieve manier, vooruitkijkend naar wat een
ompoling naar de nieuwe tijd nodig heeft en zoekend naar eigentijdse, nog niet
eerder bedachte vormen van verbinding en
samenwerking. Dat leidt tot allerlei frisse initiatieven en vruchtbare
dwarsverbanden.
Zo kwam ik onlangs Puur Lokaal tegen.
Een voedselcoöperatie in Arnhem, die ook een winkel heeft in ‘Het Dorp’ in
Arnhem. Zij verkopen verse, lokale producten die op een duurzame manier en voor
eerlijke prijzen zijn geproduceerd. Hun doel is niet om winst te maken, maar om
gezamenlijk te blijven opereren en samen te beslissen over het assortiment, de
prijzen, het beleid en hoe de winst te investeren. Ofwel om de coöperatie te
laten voortbestaan, zodat de leden kunnen blijven profiteren van de voordelen
die de coöperatie biedt.
Momenteel ontstaan er meerdere van
dit soort initiatieven. Zo heb je in Wageningen een lokale overdekte
voedselmarkt, waarvan klanten, boeren, bakkers en de winkelier zelf eigenaar
zijn. In Amsterdam heb je inmiddels Foodcoop en ook in veel kleine dorpen
grijpen de bewoners naar coöperatieve winkels om zo de leefbaarheid in hun dorp
te behouden. Maar bij Puur lokaal kwam ik ook een
visie over de nieuwe economie tegen, die kort en krachtig verwoordde wat de
kern daarvan is en die me juist vanwege de eenvoud en kernachtigheid de moeite
waard leek om hier op te schrijven.
‘De nieuwe economie moet voedend zijn
voor al het leven, voor mens, plant en dier en voor de biosfeer. De nieuwe
economie moet duurzaam zijn en ertoe bijdragen dat je meer in verbinding bent met de mensen en wereld om
je heen.’
Kortweg gezegd:
het gaat om samenwerken in plaats van
concurrentie
om organisch in plaats van mechanisch
om bloeien in plaats van alsmaar meer
rendement willen
om niet hoeven winnen, maar om jezelf
mogen zijn met al je mogelijkheden en beperkingen
om verbinden in plaats van elkaar
uitspelen
om dialoog in plaats van discussie
om overvloed in plaats van schaarste
om hart in plaats van hoofd.
zondag 12 juli 2015
Delen is het nieuwe vermenigvuldigen
Delen is het
nieuwe vermenigvuldigen. Ik blijf het een mooie en toepasselijke slogan vinden,
die in mijn ogen precies illustreert waar het in de deze tijd om gaat. Nu is
delen in principe van alle tijden en in vele niet-westere economieën gebeurt
het nog steeds volop, maar toch is het een slogan die past bij de overgangstijd
waarin we leven: in plaats van hebben of nemen gaat het meer om zijn, in plaats
van afwachten of moedeloos toezien om zelf bijdragen, initiatief nemen of in
gang zetten.
Uiteraard moet belangeloos delen
gebaseerd zijn op vertrouwen. Vaak denken mensen als ik mijn kennis en
vaardigheden zomaar aan anderen ter beschikking stel, dan pikken ze mijn
ideeën, werk of plannen in. Toch zou je daar niet zo bang voor hoeven te zijn,
want iedereen is uniek en voegt zijn eigen inbreng, kennis, ervaringen en
inspiratie toe. Juist dat zorgt voor de meerwaarde.
De angst om door te delen zelf minder
te krijgen ligt altijd op de loer, maar het tegendeel blijkt vaak waar te zijn,
zo merken mensen en organisaties die dit principe toepassen. Delen leidt niet
alleen tot positieve resultaten, maar vaak ook tot meer onderlinge uitwisseling
bezieling en vreugde en tot intenser contact met anderen.
Omdat de oude wereld steeds minder goed
werkt, de radertjes ervan beginnen steeds meer te kraken of lopen zelfs vast,
is een nieuw elan erg belangrijk. We zullen al onze creativiteit, vaardigheden,
kennis en verbeeldingskracht moeten aanwenden om een ommekeer te bewerkstellige
en tot een nieuwe maatschappij of wereld te komen.
Dat gebeurt al op allerlei manieren,
vaak ook via kleine en buurtgerichte initiatieven. Maar je hebt ook
toonaangevende mensen nodig, die hun vernuft en kennis hierop loslaten.
Een goed voorbeeld hiervan vind ik de
architect en designkunstenaar Daan Roosegaarde die al zijn inventiviteit
aanwendt om tot duurzame oplossingen te komen, die ook nog eens mooi ogen. Zo
heeft hij de zogenaamde Smart Highway
met glowing lines bedacht. Door
lichtgevende lijnen in de snelweg aan te brengen, die overdag energie
opladen en deze in het donker weer
afgeven hoeven er ’s nachts geen lantaarnpalen meer aan. Wat een energiebesparing, terwijl het toch veilig blijft!
maandag 15 juni 2015
Basisinkomen
De discussie
of het basisinkomen een goed idee is, wordt de laatste tijd regelmatig
aangezwengeld en op enkele plekken ook al uitgeprobeerd. Een interessante
ontwikkeling, al zitten er natuurlijk nog heel wat haken en ogen aan.
Waarom juist
nu? Omdat er door de flexibilisering van de arbeidsmarkt steeds meer
economische onzekerheid ontstaat. Zo komen er steeds meer zzp-ers en bij
sommige beroepen, zoals bijvoorbeeld de postbezorgers, is die constructie
twijfelachtig. Ook zullen er door de technologische ontwikkelingen steeds meer
banen verdwijnen, omdat deze worden overgenomen door robots en slimme software.
Dat laatste zie je vooral gebeuren met eenvoudig werk en met boekhoudkundige
taken. Voldoende banen zijn er straks eenvoudigweg niet meer en vele daarvan
worden ook nog eens onderbetaald, waardoor mensen er niet van kunnen
rondkomen.
Als vangnet
hebben we onze sociale zekerheidswetten, maar die zijn gebaseerd op inkomens-
en gedragstoetsen. De controle hiervan vergt echter een enorme bureaucratie en kost
veel mankracht. Is die niet op een
betere manier in te zetten?
Voordelen van een basisinkomen zijn
dat er minder energie gestoken hoeft te worden in het vinden van een betaalde
baan, terwijl er steeds minder vaste banen zijn. Op andere vlakken, zoals in de
zorg, kinderopvang en buurtinitiatieven, kan er juist veel meer ontstaan. In Canada heeft men
het bij een kleine groep uitgeprobeerd en wat bleek: deze mensen besteedden
meer tijd aan de zorg voor anderen, aan samen koken en eten, aan kunst, muziek
en zelfontplooiing. Een bijkomend voordeel is dat er meer waardering ontstaat
voor andere bijdragen aan de maatschappij dan alleen de economische. Uit de
verschillende experimenten met het basisinkomen blijkt dit ook het geval te
zijn. Mensen voelen zich creatiever en gelukkiger, omdat ze hun talenten en
vaardigheden kunnen inzetten op een
manier die bij hen past.
Alle lof
verdient dan ook de gemeente Nijmegen die onlangs een lokaal experiment met het
basisinkomen is gestart. Een deel van de uitkeringsgerechtigden krijgt
tijdelijk een basisinkomen zonder verdere verplichtingen en met de mogelijkheid
om iets bij te verdienen. In Groningen krijgt Frans Kerver op grond van
crowdfunding als eerste Nederlander een jaar lang basisinkomen. Beide zijn
bedoeld om ervaringen met het basisinkomen op te doen. Wat gaat er wel en niet
goed?
Een
voorwaarde om een verdergaande invoering hiervan mogelijk te maken is dat het
basisinkomen individueel moet zijn en hoog genoeg om redelijk van te kunnen
leven. Men denkt nu aan bedrag tussen de 1000 en 1500 euro. Bedenk daarbij wel
dat mensen onderling veel meer gaan regelen, ruilen en delen.
dinsdag 26 mei 2015
Op de bres staan voor wat je lief is, loont
Soms is het goed om in beweging te komen voor wat je
dierbaar is en daarvoor zelfs op de barricaden te klimmen. De laatste tijd zie en
hoor je ook steeds meer dat mensen zich gezamenlijk inzetten voor het behoud
van iets dat hen dierbaar is. Met vaak een positief resultaat als gevolg.
Zelf heb ik jarenlang met een groep bewoners actie gevoerd
voor het behoud van het prachtige buitenzwembad in Nijmegen dat ook nog eens op
een unieke locatie ligt, namelijk tussen
de mooie, hoge bomen van het Goffertpark. De moeite van het behouden waard, ook
al neemt het aantal zwemmers nauwelijks toe. Het was iets van de lange adem,
een elk jaar terugkerend ritueel. Uiteindelijk
heeft dat de gemeenteraad overtuigd - of misschien waren ze de jaarlijkse rituele
dans gewoon beu- dat kan natuurlijk ook.
Maar met ingang van het nieuwe zwemseizoen was er het besluit dat het
Goffertbad voortaan open blijft. De jarenlange discussie over wel of niet
sluiten is daarmee van de baan. En om deze nieuwe stellingname kracht bij te
zetten en te laten zien dat het de gemeente menens is, heeft ze ook
geïnvesteerd. Dat siert haar! Zo zijn er
op het veld een aantal fitnessapparaten neergezet, is er een dug-out gekomen,
waar zwemmers zich bij slecht weer kunnen omkleden of hun spulletjes droog
kunnen achterlaten, zijn er goaltjes en een extra speeltoestel voor de kinderen
geplaatst. Een waardevolle investering én mooi gebaar.
Je gezamenlijk voor iets inzetten loont dus en het geeft
verbinding. Beide zijn de moeite waard, heb ik gemerkt.
dinsdag 28 april 2015
Groene vakanties
Duurzaam op
vakantie gaan is een begrip dat je tegenwoordig regelmatig tegenkomt, maar wat
het precies inhoudt, is nog niet zo eenduidig. Er blijken in ieder geval meer
mensen te zijn die ook in hun vakantiekeuze rekening willen houden met de
impact op het milieu en er zijn steeds meer eco-reizen en groene of duurzame
vakanties te boeken.
Ik kwam een
mooi adagium tegen voor een duurzame vakantie:
laat niets dan voetstappen achter en neem alleen foto’s mee. Dat zie ik
echter - behalve bij een enkeling - nog niet zo gauw gebeuren, maar alleen al
zo’n slogan in je hoofd met je meedragen, kan tot ander gedrag leiden. En daar gaat het, denk ik, om, want wat wel of
niet goed is voor het milieu of de omgeving daarover verschillen de meningen en helemaal goed doe
je het natuurlijk nooit. Ik denk dat
alleen al het feit dat mensen hierover nadenken en niet voor elke tripje
het vliegtuig pakken al een behoorlijke winst
is, want in mijn omgeving hoor ik mensen maar al te vaak zeggen dat ze vanwege
een spotgoedkoop aanbod een vlucht boeken voor een weekend of weekje, terwijl
het vliegtuig een vervuilende manier van transport is. Bus- of treinreis zijn
een stuk minder vervuilend en die laatste is bovendien een comfortabele en
leuke manier, is mijn ervaring.
Het maakt natuurlijk
ook verschil of je in een tent of huisje gaat zitten waar je zelf je verwarming
en energie kunt regelen of een airconditioned hotel boekt. Ook wat je
tijdens je vakantie onderneemt, maakt uit. Ga je all inclusive, dan heeft de plaatselijke bevolking er in ieder geval niets aan. Fiets, zwem, wandel of paardrijd je veel, dan vergroot je de toename van koolstofdioxide niet.
Zelf heb ik jarenlang
met vrienden en onze kinderen bij een boer in de Achterhoek gekampeerd. Niets
gelikts, een paar oude caravans , maar wel met een grote lap grond erbij, een aantal
dieren die rondscharrelden én een vuurplaats, waarvoor de kinderen elke dag
hout sprokkelden. ’s Avonds was het feest, want dan mochten ze het vuur aanmaken,
waar vervolgens pannenkoeken op werden gebakken, worstjes gebraden of appels in
gepoft. Soms ging de boer met de tractor en alle kinderen achter op de
hooiwagen over het land of hij speelde in het donker voor spook. Onvergetelijke
weken, waarin vrijwel alles wat een kind zich kan wensen mocht. Zelfs een oude caravan slopen die toch naar de sloop moest.
maandag 30 maart 2015
Transitietijd
We leven in een transitietijd. Het oude voldoet niet meer
en brokkelt af, omdat het te verstard of bureaucratisch is geworden
of te veel op de winst van enkelen is gericht. Het nieuwe krijgt
langzamerhand vorm, vooral door allerlei initiatieven van onderop. Mensen
organiseren zelf allerlei nieuwe verbanden en initiatieven op het gebied van
zorg, energie, vervoer, voedsel verbouwen en verdienen. Het gaat hierbij vaak
om kleine en lokale initiatieven, maar ze breiden zich wel als een olievlek uit en
zetten de transitie in gang. Elk initiatief, hoe klein ook, helpt om de
kanteling te maken. Soms ook slaan ze aan en gaan de veranderingen snel. Zo is
het gezamenlijk gebruik van auto’s in 2014 maar liefst met 113 procent
gestegen.
Zo’n
transitietijd is niet gemakkelijk. Het vraagt om loslaten van oude verbanden en
zekerheden, veranderingen onder ogen zien en durven meebewegen met het nieuwe,
dat vaak nog onwennig en onbekend is. En ja, soms verlies je daar in eerste
instantie ook mee. Een mooi voorbeeld van dat laatste is UberPop, een
mogelijkheid waarbij mensen via een App zelf hun auto verhuren om mensen
te vervoeren. De taxiwereld is daar
woedend over en bedreigt de UberPopchauffeurs, omdat ze het als broodroof zien.
Op zich misschien wel begrijpelijk, maar mede door de snelle ontwikkelingen van
de technologie en internet zal er nog veel meer werk ingrijpend gaan veranderen
of verdwijnen. Dat is lastig en ook wel angstaanjagend - ik ervaar het in mijn
eigen beroep ook aan den lijve - maar alleen maar op de rem gaan staan of koste
wat het kost het oude willen behouden, zal ons niet verder helpen.
We gaan naar een economie, waarin
niet alleen maar geld het ruilmiddel is, maar ook tijd, energie, zorg, werk- en
denkkracht kunnen worden uitgewisseld.
Een niet meer tegen te houden ontwikkeling, aldus Jan Rotmans,
hoogleraar transitiekunde. Mede in gang gezet, doordat veel maatschappelijke
sectoren in Nederland in zijn ogen hun houdbaarheidsdatum naderen, omdat de
mens niet langer centraal staat. Hij typeert de veranderingen van deze tijd als
een overgang van bezit naar gebruik. Wat we zien, is de opkomst van een meer informele economie ofwel een wij-economie,
waarin delen, ruilen en samen organiseren meer deel gaan uitmaken van ons
economisch handelen. En deze opkomende nieuwe orde zal regelmatig botsen met de
gevestigde orde, zoals we nu al bij UberPop zien gebeuren.
Toch is deze ontwikkeling niet meer
tegen te houden. Dat is maar goed ook, want het biedt veel nieuwe mogelijkheden
en kansen én een nieuw elan.
maandag 16 maart 2015
Minder kleren maken het verschil
We hebben bijna allemaal veel te veel
kleding in onze kast hangen en daarvan blijken we maar liefst 70% niet of nauwelijks te dragen.
Zaken die niet echt goed zijn voor het milieu, want de kledingindustrie is niet alleen een vervuilende
industrietak, maar ook een waar de arbeidsomstandigheden vaak ronduit erbarmelijk
zijn en waar het vooral kinderen zijn die tegen zeer lage lonen de kleding voor
de westerse modeketens in elkaar zetten.
Daarom is
het mooi dat het bewustzijn hierover toeneemt en dat er steeds meer
alternatieven in het leven worden geroepen om ook onze kleding te ruilen, te
delen of te lenen. Er zijn talloze initiatieven op dit gebied. Natuurlijk heb
je de tweedehands winkels, de kledingruilsites en de zogenaamde kledingruilfeestjes,
die almaar toenemen en waar soms ook designerkleding van hand tot hand gaat. In
mijn eigen buurt organiseert men ook één keer per jaar een middag waarin je
kleding kunt inbrengen of meenemen, want waar de een op uit gekeken is, is voor
de ander nieuw of zelfs een kekke aanwinst. Er bestaat tegenwoordig zelfs
zoiets als swoppen: evenementen waarbij je niet alleen kleding kunt ruilen,
maar ook schoenen, sjaals, hoedjes en handtassen.
In een paar grote steden heb je
inmiddels ook de Kledingbibliotheek. Hier
kun je via een abonnement of strippenkaart kleding lenen, waardoor je niet
alleen veel kunt afwisselen, maar bijvoorbeeld ook dat nette colbert of hippe
feestjurkje uit de rekken kunt vissen. Kleding die je immers maar af en toe
nodig hebt.
Daarnaast
heb je nog Dress for Success, waarbij mensen met weinig geld aantrekkelijk worden
gekleed om bij een sollicitatiegesprek representatief voor de dag te kunnen
komen. Dat geeft een boost, is goed voor het zelfvertrouwen en kan helpen om
sneller een baan te vinden.
En dan heb je in Nijmegen nog een bijzonder
initiatief, waarbij mensen die nauwelijks of geen geld hebben om kleding te
kopen af en toe eens helemaal in het nieuw gestoken worden - de kleding komt
ook nieuw uit allerlei winkels - zodat ook zij eens kunnen ervaren hoe het is
om er smaakvol en piekfijn uit te zien.
Deze initiatieven
zijn des te belangrijker, omdat er in de kledingindustrie niet alleen veel mis
is met de arbeidsomstandigheden, maar ook omdat veel kleding inmiddels zo
goedkoop is dat er te veel van wordt aanschaft, dat dan ook nog grotendeels
in de kast blijft hangen.
Minder
kleren maken het verschil.
maandag 23 februari 2015
Dwarskijkers en frisdenkers
Deze keer
wil ik eens aandacht besteden en een hulde brengen aan de VPRO, die in haar
programma Tegenlicht consequent aandacht
besteedt aan de maatschappelijke kanteling die ons te wachten staat. Of liever
gezegd die we eigenlijk met z’n allen teweeg zullen moeten brengen, omdat het oude niet meer werkt,
bestaande systemen te verstard zijn geraakt of te veel op een dood spoor gekomen. Bovendien is er technologisch inmiddels zoveel
mogelijk en kunnen mensen elkaar via de nieuwe media zoveel gemakkelijker
vinden dat de initiatieven om tot een meer duurzame en sociale maatschappij te komen met de dag toenemen. Op
mijn blog heb ik hier al regelmatig verslag van gedaan.
Wat weer eens bleek in deze
documentaire is dat het echt om talloze initiatieven gaat: van klein en simpel
tot groot en veelomvattend. Dat maakt op zich niet uit, waar het om gaat, is dat we de omslag naar een meer verbindende en duurzame maatschappij zelf zullen moeten
creëren. Voorlopig is het nog een kleine voorhoede, maar deze groeit wel.
Om de noodzakelijke ingrijpende transitie
tot stand te brengen zijn alle initiatieven op het gebied van duurzaamheid, spaarzaam
omgaan met onze natuurlijke bronnen, verbondenheid, een menselijker maat en het
heft in eigen hand nemen meer dan welkom. Of het nu gaat om een snackbarhouder
die zijn oude frituurolie tot biodiesel verwerkt, iemand die zijn eigen huis
geheel verduurzaamt of om mensen die hun eigen coöperaties oprichten. Wat allen
bindt, is dat er een innerlijke noodzaak gevoeld wordt om anders met werk, onze
omgeving, elkaar en de wereld om te gaan.
In de deze aflevering zijn het de
schoonmakers die de werknemerscoöperatie Schoongewoon oprichten, zodat ze zelf
hun tijd en werk kunnen indelen, maar ook gezamenlijk beslissingen kunnen nemen over wat er moet
veranderen, want zij staan tenslotte elke dag op de werkvloer en weten het
beste waaraan het schort en hoe het beter kan.
Dat laatste
is eigenlijk steeds het uitgangspunt. Ook bij Buurtzorg was dit het geval. Weg
met de geld verslindende managementlagen, die vaak alleen maar verstikkend
werken en de medewerkers het plezier in hun werk vergallen. Naar meer aandacht
voor het eigen initiatief, de eigen vindingrijkheid & creativiteit, die zorgt voor duurzame oplossingen en nieuwe verbindingen.
Daar zijn inderdaad dwarskijkers, frisdenkers, kantelaars en verbinders voor
nodig. Goed van de VPRO dat ze er in elke aflevering weer een paar aan het
woord laten. Als enige eigenlijk in het vrij platte televisielandschap.
woensdag 4 februari 2015
Lelijke groenten
Het belang van minder verspilling
wordt door steeds meer mensen gezien. En dat geldt zeker voor het nodeloos
weggooien van voedsel. Niet voor niets bestaat de voedselbank inmiddels al zo’n
twaalf jaar. Vanwege de mindere economische omstandigheden moeten daar helaas
ook steeds meer mensen gebruik van maken.
Maar op zich
is het een goede ontwikkeling dat steeds meer mensen en bedrijven het zorgelijk
vinden dat brood, pasta of melk die over de datum zijn, zomaar worden
weggegooid. Vooral ook omdat die uiterste datum arbitrair is en eigenlijk voor
de winkelier is bedoeld. Deze weet dan dat het product na deze datum nog een
aantal dagen te eten is. Maar ook de
zogenaamde lelijke groenten, zoals boontjes die te klein zouden zijn, prei
waarvan de buitenste bladeren een lichtbruin randje krijgen of een beetje
gebutste bananen, het is allemaal nog prima te eten. Dat beseft zelfs Albert
Heijn, die onlangs een groentepakket met zogenaamde lelijke groenten introduceerde.
Het is misschien
marketing-technisch een handige zet, maar tegelijkertijd een belangrijke stap voor
minder verspilling, als we het allemaal wat gewoner gaan vinden dat de
aardappels en uien verschillend van grootte zijn, de boontjes of wortels soms raar
of krom van vorm. Hoogwaardig voedsel
afkeuren alleen omdat het niet voldoet aan de cosmetische eisen is niet meer
van deze tijd. Je zou dit voedsel ook voor dieren of vee kunnen bestemmen of er
compost van maken. Gelukkig doen steeds meer mensen dit ook. En vroeger deed
men natuurlijk niet anders.
Maar ook door onderling groente en
fruit te delen of te ruilen wordt onnodige verspilling tegengegaan. Maar dat
geldt evenzeer voor boeken, kleding of huisraad om maar eens iets te noemen. Door
allerlei deelplatforms op internet is dat gemakkelijker geworden en voor een
behoorlijk aantal mensen ook al een goede gewoonte. Maar omdat niet iedereen
even handig is met internet is er nu in Nijmegen het initiatief genomen tot een
deelwinkel midden in het centrum van de stad. In deze winkel is niks te koop,
maar wel kunnen mensen er onbenutte kennis, hulp en spullen met elkaar delen. Dat
alles zonder portemonnee of pasje. Bezoekers
van deze winkel kunnen op een zogenaamde Deelwinkel Cadeaubon aangeven wat ze
willen delen en daarbij kan het ook gaan om vaardigheden en talenten. Weer een
verfrissend initiatief.
maandag 19 januari 2015
Niet diëten... maar gezond eten
Als
journalist krijg ik regelmatig dieetboeken op mijn bureau. Het ene nog dikker
en bijzonderder dan het andere. Het is een ware hausse van veelal ingewikkelde
en vaak revolutionaire methoden
om nu eens voorgoed af te vallen, maar ook
een aansporing om gezonder en bewuster te eten. Als je je maar aan de nieuwe
regels houdt en andere eetgewoonten ontwikkelt - en vaak zijn deze uit verre
culturen afkomstig - komt het wel goed, zo luidt het devies. Nogal eens worden daar
ingewikkelde schema’s voor bedacht en
lijstjes wat je wel of niet moet doen. Behalve het schrappen van bepaalde
levensmiddelen als bijvoorbeeld melk, brood, vlees, pasta en suikerrijke drankjes is er ook veel
aandacht voor wat voor type je bent.
En je moet
natuurlijk dapper volhouden. Mensen in mijn omgeving die een dieet volgen, zijn
vaak erg consequent en brengen heel wat offers om het te volbrengen, maar binnen
een jaar zijn ze weer op hun oude gewicht en vaak zelfs wat zwaarder vanwege het
bekende jojo-effect.
Ik zie al
die dieetboeken als slimme marketing, maar geloof niet dat het echt iets
verandert. Niet dat ik onverschillig sta tegenover eten. Integendeel, ik vind
eten belangrijk en lekker, maar heb vanuit een innerlijke behoefte mijn
eetgewoontes langzaamaan veranderd. Naast biologische groenten & kruiden ben ik ook
veel meer noten, zaden, bessen, kikkererwten
en linzen gaan eten - om maar eens iets te noemen. En aanzienlijk veel minder
pasta, rijst en aardappelen. Vooral een hand
vol verse kruiden kan een gerecht behoorlijk oppimpen en elk kruid heeft zijn
eigen gezonde werking. Ik ga er spelenderwijs mee om, ben absoluut niet
streng in de leer en zondig regelmatig, want ja, dat maakt het leven leuk.
Door hier zelf een beetje mee te experimenteren
heb ik vooral ook veel meer plezier in koken
gekregen én ik gooi veel minder eten weg. Ik kijk wat ik in huis heb en probeer
daar iets nieuws mee te doen. Soms met verrassend resultaat. Wil ik het later
nog eens maken, dan lukt me dat vaak niet, omdat ik niet meer weet welke
ingrediënten ik allemaal heb
gebruikt.
Een mooie
bijkomstigheid is dat ik al jaren ongeveer op hetzelfde gewicht blijf.
Abonneren op:
Posts (Atom)